“De waterrecreatie zou een voorbeeld moeten nemen aan de verblijfsrecreatie”
Rob Vrolijks runt al meer dan 25 jaar Vrolijks Blue Progress, een adviesbureau gevestigd in Breda wat zich met name bezighoudt met vraagstukken rondom havens, watersportvoorzieningen, vaargebieden en vaarverbindingen. Een bureau dat overheden en watersportbedrijven helpt bij hun plannen voor de toekomst.
Rob wilde ooit campingbaas worden en ging daarom maar studeren aan de Nationale Hogeschool voor Toerisme in Breda. Zijn stages bracht hij door bij verschillende verblijfsaccommodaties, maar ook bij de Recron en zo kreeg hij langzaam de verschillende facetten van het vak onder de knie. Vervolgens ging hij aan de slag als bedrijfsadviseur bij de Kamer van Koophandel. Hier begeleide hij een samenwerkingsverband van campings en een samenwerkingsverband van watersportbedrijven en gemeenten in West-Brabant. Ook is hij nog een tijdje voorzitter van jong-Recron geweest en jurylid van de camping van het jaar van de ANWB.
Rob vertelt verder: “Dertig jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen, waarbij ik mij richtte op het maken van plannen voor watersportbedrijven en watersportgebieden. Hierbij kon ik teren op mijn netwerk in de camping- en watersportsector. Veel overheden gingen zich in die tijd ook bezighouden met havenontwikkeling of bijvoorbeeld de ontwikkeling van vaarroutes en daarbij kon ik hen van dienst zijn. Ik was samen met één concullega de enige die zich bezighielden met deze materie.”
Rob vervolgt: “Ik vind dat de waterrecreatie een voorbeeld zou moeten nemen aan de verblijfsrecreatie. Watersportbedrijven zijn van oudsher technisch georiënteerd. De havens zijn met name ingericht op grootte van ligboxen, maar veel minder op serviceniveau. Waar campings een heel gevarieerd aanbod hebben ontwikkeld met veel beleving staat dat in de watersportsector nog in de kinderschoenen. Toch worden steeds meer watersportbedrijven inmiddels een soort verblijfspark. Dit is begonnen met campers op het jachthaventerrein, maar hierna zijn er meer logiesvormen bijgekomen. Een andere trend zijn de houseboats, waarmee ook een nieuw publiek bereikt wordt.” Rob verwacht steeds meer cross-over tussen waterport en verblijfsrecreatie.
Op de vraag of de beheerders ook andere vaardigheden nodig zullen hebben, antwoord Rob bevestigend. Gastvrijheid wordt belangrijker in de sector. Wat ook opvalt is de actiever rol van de overheid in de waterrecreatie, waar de overheid juist terughoudend is in de verblijfsrecreatie. Soms leidt het wel tot enige spanning, bijvoorbeeld in Zeewolde waar een particuliere haveneigenaar de aanleg van passantenplaatsen met overheidsgeld als oneigenlijke concurrentie ervaarde. Elders, bijvoorbeeld in gebieden als de Vinkeveense plassen of de Grevelingen is er dan weer een nadrukkelijke rol weggelegd voor Staatsbosbeheer. Ook voor het bevaarbaar houden van waterlopen of het beheren van eilanden in de Randmeren is er een belangrijke rol voor overheden.
Tegelijkertijd is de rol van de overheid soms ook weer onnodig beperkend wanneer zij bijvoorbeeld stellen dat een horecagelegenheid bij een jachthaven alleen maar door ligplaatshouders gebruikt mag worden, terwijl uit het oogpunt van gebiedsontwikkeling juist een veel bredere functie gewenst is. Rob is van mening dat de betere havens met professionele horeca=exploitanten zich juist profileren als een plek aan het water voor iedereen en niet alleen voor de bootbezitters en zit ook steeds meer horeca-ontwikkeling ontstaan.
Op de vraag naar een succesverhaal, roemt Rob de jachthaven van Bruinisse. Dit is mede een succes doordat er groot verblijfsrecreatiepark grenst aan de haven en er een groot aantal voorzieningen is, zoals bijvoorbeeld een supermarkt. Ook in Hoorn is er een goede waterfrontontwikkeling met een strandpaviljoen nabij een speelstrand.
Rob heeft een systeem gemaakt: Havens á la carte. Hiermee krijgen ontwikkelaars meer grip op type en grootte van gewenste havenontwikkeling. Het belang van water wordt steeds groter. Denk alleen maar aan de klimaatverandering.
Rob constateert ook dat er gezocht wordt naar mogelijkheden voor drijvende recreatiewoningen, wat dan alweer een hele stap verder is dan het kampeervlot. In bestemmingsplannen is er een onderscheid tussen bestemming camping en bestemming jachthaven, terwijl in de praktijk dat verschil er soms al helemaal niet meer is. De ene keer slaap je aan boord van je boot, het volgende moment in je tent of huisje aan wal.
Over-all komen er steeds meer mensen op het water. Sinds corona zie je ook weer een instroom van nieuwe waterrecreanten. Ook trends als het suppen zijn doorgebroken. Leisurelands heeft hierop ingespeeld door supverhuurboxen te plaatsen. Andere watersporten nemen juist weer af in volume, zoals bijvoorbeeld het windsurfen. Inmiddels is er een breed palet aan keuzemogelijkheden.
Op de vraag wat Rob als tip aan ondernemers heeft zegt hij stellig: Verhuur alles wat los en vast zit. Niet alleen op sport gericht, maar ook op lol gericht. In het buitenland is dat al heel gewoon, maar in Nederland moet je nog steeds je eigen supboard of kano zélf meeslepen naar het strand. En verder kun je – als je beschikt over een eigen waterkant – bijvoorbeeld ook eens denken over een drijvend mini-hotel of andere drijvende verblijfsrecreatievormen zoals houseboat. Marinhome is een grote speler en ook ABC Arkebouw uit Urk en Aquahome in deze markt, maar er zijn ook heel veel nieuwelingen ieder jaar. Zo is ook de Blokhutboot op de Linge een mooie succesvolle formule.
Minder te spreken is Rob over de afnemende ruimte voor snelvaren, terwijl de vraag daarna juist toeneemt. Ook de funsports – denk bijvoorbeeld aan wakeboards met afstandsbediening – verdienen aandacht.
Tot slot geeft Rob aan dat in tijdschriften over recreatie de beleving terecht centraal staat en dat bij tijdschriften over de watersport het accent te veel ligt op de spullen. Maak de watersport beleefbaar, toegankelijk en makkelijk en presenteer het ook op die manier is zijn oproep. Plaats geen alleenstaande man bij zijn schip op de foto, maar laat een heel gezin zien dat geniet van het waterleven.