Olaf Vugts: Imagineering als sleutel tot succesvolle leisure beleving
In de dynamische wereld van leisure en recreatie is de Efteling al decennialang een toonaangevend icoon. Olaf Vugts, voormalig creatief directeur van de Efteling en meester in imagineering, heeft een cruciale rol gespeeld in het vormgeven van deze magische wereld. In dit artikel verkennen we zijn inzichten en ontdekken we hoe imagineering niet alleen attractieparken, maar ook de bredere recreatiesector kan inspireren.
Wat is imagineering?
Imagineering is het samensmelten van verbeelding (imagination) en techniek (engineering) om onvergetelijke ervaringen te creëren. Volgens Olaf Vugts begint alles bij de gast: “Kijk door hun ogen, begrijp wat hen raakt, en bouw daar omheen een verhaal dat beklijft.”
Een treffend voorbeeld hiervan is de Sprookjesboom, waarbij Olaf letterlijk op zijn kniën met een camera het perspectief van een kind aannam om zo een beleving te creëren die perfect aansluit bij de fantasiewereld van jonge bezoekers. Deze aanpak is waardevol voor elke recreatieondernemer. Het benadrukt hoe essentieel het is om te begrijpen wat je doelgroep beweegt.
Verhalen als drijvende kracht
“Zonder een verhaal is een attractie niets,” stelt Olaf. Bij de Efteling staat storytelling centraal. Van de Vliegende Hollander tot Symbolica, elk project is doordrenkt met narratief.
Dit principe is niet alleen relevant voor attractieparken; ook hotels, campings en musea kunnen hun unieke verhaal inzetten om een emotionele band met bezoekers te creëren. Olaf benadrukt dat storytelling verder gaat dan alleen marketing. Het brengt een diepe connectie tot stand tussen locatie en bezoeker. Een simpel element, zoals een trapje bij de receptie van een hotel, kan kinderen het gevoel geven dat ze echt betrokken zijn bij het proces. Zulke kleine details zorgen voor een blijvende herinnering.
Wachten als kans
Waar wachtrijen vaak als vervelend worden ervaren, ziet Olaf dit als een kans om de ervaring van bezoekers te verrijken. De wachtrij van de Vliegende Hollander is niet zomaar een rij: het is de eerste stap in het verhaal. Door bezoekers al tijdens het wachten onder te dompelen in de sfeer en het verhaal, wordt het wachten onderdeel van de beleving.
Dit principe kan ook buiten attractieparken worden toegepast, zoals bij incheckprocedures of wachtruimtes in verblijfsaccommodaties. Door wachttijden te transformeren in kansen voor interactie en storytelling, kunnen ondernemers de perceptie van gasten verbeteren en een positieve indruk achterlaten.
Van dagje uit naar verblijfsbeleving
Een van Olafs grootste bijdragen aan de Efteling was de transformatie van een dagattractie naar een verblijfsbestemming. Door het bouwen van accommodaties zoals het Efteling Hotel (vanaf april Eftleing Wonder hotel genoemd) en vakantiepark Bosrijk kon de Efteling bezoekers langer vasthouden. Deze verandering bood meer mogelijkheden om verhalen te vertellen en bezoekers volledig onder te dompelen in de magie van het park.
Deze strategie heeft de standaard gezet voor veel andere recreatiebedrijven. Olaf benadrukt dat het verlengen van het verblijf van gasten niet alleen financieel voordelig is, maar ook kansen biedt om een blijvende indruk achter te laten. Voor campings en vakantieparken betekent dit dat het toevoegen van thematische accommodaties of unieke activiteiten een grote meerwaarde kan bieden.
Imagineering toepassen in de recreatiesector
Wat kunnen recreatieondernemers leren van Olaf Vugts? Hier zijn enkele essentiële lessen:
Zet beleving voorop.
Kijk niet alleen naar wat je aanbiedt, maar hoe gasten het ervaren. De emotionele connectie is cruciaal.
Vertel verhalen.
Maak van elk onderdeel van je onderneming een unieke ervaring door middel van storytelling. Van de entree tot de accommodaties, elk detail kan bijdragen aan het verhaal.
Gebruik verbeelding en techniek.
Combineer creatieve concepten met praktische oplossingen om je bezoekers te verrassen en te verblijden.
Denk verder dan een dag.
Overweeg hoe je je locatie aantrekkelijker kunt maken voor langere verblijven. Denk aan themakamers, bijzondere overnachtingen of avontuurlijke activiteiten.
Het belang van een sterke visie
Een sterke visie is volgens Olaf essentieel. Hij stelt dat recreatieondernemers niet bang moeten zijn om hun eigen identiteit en unieke kenmerken naar voren te brengen. Authenticiteit wordt steeds belangrijker in een markt waarin gasten op zoek zijn naar oprechte en unieke ervaringen. Door je eigen verhaal te vertellen en dit consequent door te voeren in alle aspecten van je bedrijf, kun je je onderscheiden van de concurrentie.
Meer inspiratie
Benieuwd naar meer van Olaf Vugts’ inzichten? In april 2024 verscheen het boek Olaf, vertel eens…, waarin hij in 25 meeslepende verhalen zijn persoonlijke loopbaan en bijdragen aan de Efteling en daarbuiten beschrijft. Daarnaast is Olaf sinds 2022 actief als zelfstandig adviseur op het gebied van imagineering, merkstrategie, storytelling en experience. Hij is een veelgevraagd spreker bij bedrijven en evenementen in binnen- en buitenland. Zijn aanpak biedt inspiratie en praktische handvatten voor ondernemers die willen investeren in de toekomst van hun bedrijf.
Olaf is inmiddels buiten onze sector ook een gewild spreker en adviseur. Een van zijn mooiste klussen mocht hij doen bij het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. Daar paste hij dezelfde techniek toe door met zijn camera op kind-hoogte de volledige ‘beleving’ te filmen en deze te presenteren aan de directie. Zodoende zijn er aanpassingen gemaakt en is er nog meer vanuit het kind gedacht. Dit voorbeeld illustreert hoe imagineering ook buiten de leisure sector een waardevolle impact kan hebben.
Innovatie blijft een drijvende kracht in de recreatiesector. LeisureTalk ging in gesprek met Wesley van der Pligt van EasySecure, een expert in slimme toegangscontrole, over hoe technologie niet alleen de gastbeleving verbetert, maar ook ondernemers ontzorgt. Van biometrie tot mobiele sleutels. Dit zijn de inzichten die iedere recreatieondernemer moet kennen.
Waarom toegangscontrole cruciaal is voor gastbeleving
Stel je voor: je arriveert bij een vakantiepark en rijdt direct door de slagboom naar je accommodatie. Geen wachtrijen, geen check-in bij de receptie. Dankzij slimme toegangscontrole kunnen gasten hun vakantie meteen beginnen. Wesley vertelt: “De vakantie begint al bij het boeken. Gasten ontvangen vooraf een e-mail om een park-app te downloaden. Alles, van toegang tot het zwembad tot het openen van je accommodatie, regel je met één druk op de knop.”
Voor recreatieondernemers betekent dit minder administratieve rompslomp en meer tijd om zich te focussen op wat echt belangrijk is, persoonlijke aandacht voor de gasten.
Van biometrie tot QR-codes. Privacy en veiligheid staan altijd voorop.
EasySecure biedt verschillende oplossingen voor toegangscontrole, afhankelijk van de behoeften van het park en de gasten. Biometrie – zoals gezichtsherkenning of vingerscans – biedt een naadloze en veilige manier om toegang te verlenen. Maar ook mobiele sleutels en QR-codes zijn populaire opties. Wesley legt uit: “Niet iedereen voelt zich comfortabel met biometrie, dus we bieden alternatieven. Privacy en veiligheid staan altijd voorop.”
Daarnaast zijn systemen eenvoudig te integreren met bestaande reserveringspakketten en apps, waardoor processen soepel verlopen. “Elk park is anders, en onze oplossingen zijn flexibel genoeg om daarop in te spelen,” voegt Wesley toe.
De voordelen voor ondernemers
Slimme technologie betekent niet alleen gemak voor gasten, maar ook efficiëntie en kostenbesparing voor ondernemers:
Minder personeel nodig bij de receptie: Gasten regelen hun toegang zelf, wat drukte bij de incheckbalie vermindert.
Realtime monitoring: Batterijstatus van sloten, gebruiksgegevens en technische storingen zijn direct inzichtelijk.
Toegang voor leveranciers en personeel: Schoonmakers, technische teams en leveranciers kunnen op een gecontroleerde manier toegang krijgen tot specifieke ruimtes.
“Het doel is dat ondernemers zich kunnen richten op gastbeleving in plaats van op operationele uitdagingen,” zegt Wesley.
Privacy en veiligheid in de spotlight
Met de opkomst van biometrie komen ook vragen over privacy en regelgeving naar voren. EasySecure heeft uitgebreide maatregelen genomen om te voldoen aan de Europese wetgeving. Wesley licht toe: “Gezichtsherkenning werkt met gecodeerde data die niet herleidbaar is naar een persoon. Bovendien hebben gasten altijd keuzevrijheid. Wie geen gebruik wil maken van biometrie, kan kiezen voor een QR-code of mobiele sleutel.”
De toekomst: data en personalisatie
Data biedt enorme kansen voor recreatieondernemers. Van inzicht in bezoekersgedrag tot het optimaliseren van drukte in zwembaden en speelparadijzen. Wesley ziet een toekomst waarin apps gepersonaliseerde informatie bieden: “Stel je voor dat een gezin met jonge kinderen andere activiteiten en tijden te zien krijgt dan een stel dat komt voor rust en luxe.”
Deze personalisatie zorgt niet alleen voor een betere ervaring voor de gast, maar helpt ondernemers ook om doelgerichter te werken en nieuwe omzetkansen te creëren.
Tot slot
Slimme toegangscontrole is niet langer een luxe, maar een must-have voor recreatiebedrijven die willen blijven concurreren. Of je nu kiest voor biometrie, mobiele sleutels of QR-codes, de voordelen zijn duidelijk: meer gemak, meer veiligheid en meer tevreden gasten. Benieuwd hoe jouw park kan profiteren? Luister naar de volledige aflevering van LeisureTalk met Wesley van der Pligt.
In een tijd waarin bezoekers steeds hogere verwachtingen hebben van recreatieve locaties, speelt diversiteit een sleutelrol. Racing Point, een franchiseformule in sim racing, vertaalt dit inzicht naar een innovatief concept dat gericht is op een breder publiek. “We willen meer zijn dan alleen een plek voor de fanatieke racefan,” zegt ervaren merkenbouwer Nieltje van der Pol, marketeer van Racing Point. Nieltje heeft de ondernemers achter Racing Point leren kennen tijdens haar tijd bij Jumpsquare Groep, waar ze ervaring opdeed in het ontwikkelen van succesvolle recreatieve concepten.
Een nieuwe benadering van leisure
De moderne recreatiemarkt vraagt om meer dan enkelvoudige attracties. Nieltje benadrukt dat er toekomst zit in multi leisure recreatie: “Wij zien een trend, waarin single leisure locaties, oftewel locaties waar slechts één activiteit aangeboden wordt, na zekere tijd hun attractieve waarde verliezen. Er is meer variatie in aanbod nodig om een locatie uitdagend en aantrekkelijk te houden. Mensen willen een complete beleving,” legt ze uit. “Bijvoorbeeld een plek waar zowel families, vrienden als collega’s terecht kunnen voor diverse activiteiten. Het gaat om het creëren van een omgeving waar iedereen iets van zijn interesse en niveau kan vinden.”
Hier komt het concept van multi-leisure in beeld: meerdere activiteiten combineren om een breder publiek aan te spreken en de aantrekkingskracht van een locatie te vergroten.
Sim racing speelt hierin een cruciale rol. Het biedt leisure-aanbieders een plug-and-play mogelijkheid om eenvoudig een ‘extra dimensie’ aan hun aanbod toe te voegen. Het vereist relatief weinig ruimte, heeft een hoge fun-factor en sluit aan bij uiteenlopende interesses. “Het is competitief, spannend en geschikt voor jong en oud,” aldus Van der Pol. “Daarnaast is het een laagdrempelige manier om mensen kennis te laten maken met racen.”
De franchiseconstructie
Racing Point heeft momenteel twee locaties: Nijmegen en Veghel, waarbij Veghel fungeert als de eerste partnerlocatie. Daarnaast staan er drie nieuwe locaties gepland, waaronder Antwerpen, dat al officieel is aangekondigd. Naast racen is er ook aandacht voor horeca en aanvullende activiteiten, omdat multi-leisure een harde eis is binnen het concept. Goede horeca vormt een belangrijk onderdeel van de ervaring. “We vinden dat kwalitatieve horeca de beleving compleet maakt, en daarom is dit een onmisbaar element,” benadrukt Nieltje.
Het concept is vanaf het begin ontworpen met drie franchisemodellen: Full Brand, Compact en On-Demand Racing. Deze modellen vormen de basis van Racing Point. Later is hier het partnerconcept aan toegevoegd, zoals toegepast in Veghel. Dit biedt ondernemers meer vrijheid en maakt het mogelijk om de lokale naamsbekendheid en eigen identiteit te behouden. Veghel heeft bijvoorbeeld een afwijkend logo dat aansluit bij de lokale merkbeleving. “Onze modellen bieden flexibiliteit en kunnen worden aangepast aan de behoeften van verschillende locaties. Hierdoor kunnen we inspelen op zowel grote als kleine partners en franchisenemers. Elk franchisemodel binnen onze formule biedt ondersteuning op veel vlakken. Bij kleinere modellen is die ondersteuning beperkter, maar een basisniveau van support blijft altijd gegarandeerd,” licht Van der Pol toe.
Het partnershipmodel richt zich vooral op ondernemers die iets nieuws willen toevoegen, maar tegen uitdagingen aanlopen zoals schaalvoordelen. Deze locaties missen vaak de kracht van een groot merk. Racing Point biedt hen de kans om deel uit te maken van een groter geheel, zonder hun eigen identiteit volledig op te geven. Ze worden ondersteund met zaken zoals centrale inkoop en training, terwijl ze lokaal hun eigen klanten blijven bedienen.
Meer dan alleen de F1-liefhebber
Het concept is ontworpen om diverse doelgroepen aan te spreken. Volgens Van der Pol onderscheidt Racing Point zich van concurrent Racing Square, dat zich meer richt op de hardcore racefans en een single-leisure ervaring biedt.
Zo trekt het concept jonge volwassenen aan die een spannend uitje willen organiseren voor hun vriendengroep en zoeken naar iets anders dan de gebruikelijke activiteiten. Voor hen is sim racing aantrekkelijk vanwege de adrenaline en competitie. Daarnaast zijn er Formule 1-liefhebbers, die verder kijken dan de hype rond Max Verstappen en waarde hechten aan een authentieke ervaring met realistische simulators. Ook voor groepen zoals bedrijfsuitjes biedt het concept veel mogelijkheden. De organisators van een bedrijfs- of personeelsuitjes die op zoek zijn naar een origineel en energiek personeelsuitje waarderen het dat er voor iedereen iets te beleven valt, van competitieve collega’s tot mensen die gewoon een leuke tijd willen hebben.
“Onze focus ligt op toegankelijkheid en plezier voor iedereen,” zegt Van der Pol. “Sim racing is meer dan alleen racen; het is een competitieve en adrenalinevolle ervaring.” Het programma, waarin bezoekers beginnen met een training en kwalificatie en afsluiten met een race, maakt de activiteit compleet. Je beleeft dus een compleet Grand Prix weekend in zo’n 60 minuten. Dankzij drie spelniveaus is het geschikt voor een breed publiek.
De toekomst
Met succesvolle vestigingen en een sterk concept ziet Racing Point veel groeipotentieel. “We willen blijven inspelen op de vraag naar veelzijdige leisure-ervaringen.” Nieltje benadrukt dat samenwerking de sleutel is tot succes. “We zien Racing Point niet alleen als een franchise, maar als een platform om partners te ondersteunen en bezoekers een onvergetelijke ervaring te bieden.”
“Sim racing is een laagdrempelige manier om mensen samen te brengen en speelt een sterke rol binnen elke multi-leisure bestemming. Multi-leisure is de toekomst, en we hebben veel vertrouwen in sterke groei in de komende jaren,” concludeert Van der Pol.
Europa kent een ontzettend grote pretparkcultuur. Je ziet het niet alleen terug in de pretparkdichtheid, maar ook in het aantal pretparken en attracties met historische waarde. Veel van de grootste en innovatie bedrijven in de branche komen van het Europese vasteland. In Nederland speelt Efteling minimaal op hoog Europees niveau mee, maar zitten ook andere parken zeker niet stil. Ook in 2025 staat er weer van alles op stapel. De hoogste tijd voor een overzicht.
Efteling
Dat in oktober 2024 Efteling de nieuwe attractie Danse Macabre opende zal weinigen ontgaan zijn. Ook kreeg watershow Aquanura een flinke make-over. Dit jaar verschijnt er een nieuw sprookje (De Prinses op de Erwt) en zet het resort een volgende stap in de vaak lucratieve strategie van het toevoegen van high end verblijfsaccommodaties. Efteling zal namelijk het Efteling Grand Hotel openen en is daarmee ook het eerste hotel binnen de parkgrenzen. In het hotel opent Efteling ook de eerste fine dining experience van het park. Het huidige Efteling Hotel, net buiten het park gelegen, gaat de naam Efteling Wonder Hotel dragen.
Walibi Holland
Het pretpark in Flevoland kent een historie met veel wijzigingen in doelgroep en naam. De afgelopen jaren lijkt men in het achtbaanaanbod een balans te zoeken in het toevoegen van extreme achtbanen en familieachtbanen. Met de bouw van nieuwe aanwinst YOY heeft het pretpark de primeur voor dit type single rail achtbaan in Europa. YOY bestaat uit twee tracks, waarbij één variant inversies bevat en de andere track gericht is op families en dus geen inversies bevat. De opening is voorzien in april 2025.
Bommelwereld
Voor het eerst in jaren krijgt Nederland er een volledig nieuw pretpark bij. Het overdekte pretpark in Groenlo heeft als thema uiteraard de bekende beer Olivier Bommel en de andere karakters uit de boeken en series komen voorbij. Het park werd bedacht door Marveld Recreatie en JoraVision. De opening is voorzien eind 2025.
Attractiepark de Waarbeek
In Hengelo verschijnt er in het regionale pretpark De Waarbeek een familieattractie van ruim veertien meter hoog. Het gaat om een ballontoren van het Nederlandse bedrijf Wooddesign Amusement Rides die de naam Wolkenvaart zal dragen. De attractie krijgt een steampunkthema. De opening is voorzien aan het begin van de zomer.
Drouwenerzand
Geen nieuwe attractie in Drouwenerzand, maar wel een flinke opknapbeurt voor het entreegebied. Het is één van de eerste projecten onder de nieuwe eigenaren, die ook De Waarbeek bezitten. De nieuwe entree bestaat uit een gigantisch hunebed met daarop de mascotte die het logo vastheeft. De investering voor beide parken komt in totaal op twee miljoen euro.
Duinrell
In het Wassenaarse pretpark maakt de Minitrein plaats voor de Duinrell Express. Deze rustige familieattractie voert gasten langs een kristalmijn waar Duinrell-trollen aan het werk zijn. Boven op de tunnel van de attractie komt er een uitkijk over een gedeelte van het park. Naast het pretpark krijgt ook het vakantiepark uitbreidingen in de vorm van meerdere typen bungalows en kampeerplekken met privé sanitair.
Madurodam
Het van oorsprong miniatuurpark is zich steeds sterker als pretpark aan het profileren. Ook in 2025 zet het Haagse park deze lijn door. In het voorjaar opent het nieuwe themadeel Rivierenland met een speel- en spetterweide. In de zomer opent het park in hetzelfde gebied een darkride waarmee een investering van vijf miljoen euro is gemoeid. Details, zoals de fabrikant en naam, heeft het park op moment van drukken van dit nummer nog niet vrijgegeven.
Over de grens
Walibi Belgium
Het originele Walibi-park bestaat in 2050 alweer 50 jaar en viert dat met de toevoeging van een nieuw themagebied: Dock World. In het nautische themagebied zijn horeca en retail te vinden en een volledig nieuwe achtbaan van fabrikant Gerstlauer met de naam Mecalodon. Enkele bestaande attracties, waaronder de log flume Flash Back en achtbaan Psyké Underground (die de klassieke naam Turbine terugkrijgt), worden geïntegreerd in het nieuwe themadeel. Walibi Belgium spreekt over een totale investering van ongeveer vijfendertig miljoen euro.
Plopsa Coo
Studio 100 beschikt over gigantisch veel IP en zet dit dus ook weer in bij de uitbreiding van Plopsa Coo. Het pretpark in de Belgische Ardennen krijgt er een themagebied met drie familieattracties bij in het thema van Maya de Bij.
Plopsa de Panne
In themagebied Wickieland opent het Belgische pretpark een 12 meter hoge ‘wild swing’ met de naam Wickie’s Wervelwind. Het is hetzelfde type attractie als zusterpark Plopsa Coo in hun nieuwe themagebied opent.
Europa-Park
Eén van de grootste spelers in Europa investeert in 2025 ook weer in het pretpark. Een nieuwe interactieve 3D darkride met zowel fysieke als digitale sets met het thema van mascottes Ed en Edda, die je langs iconische Europese steden voert. GRAND PRIX EDventure, zoals het gaat heten, opent in de zomer van 2025. De attractie speelt zich af in de wereld van de bioscoopfilm GRAND PRIX OF EUROPE die deze zomer uitkomt.
Familiepark Drievliet in Den Haag heeft een complete ommezwaai gemaakt sinds in 2024 het Franse concern Looping Group het pretpark overnam van de familie Faaij. Tot een jaar geleden was marketing geen vast onderdeel binnen de bedrijfsvoering van het park. Danny van der Weel heeft daarom als Manager Marketing, Sales en Retail een flinke opdracht gekregen: Familiepark Drievliet de toekomst in helpen. Te midden van de voorbereidingen op een re-branding voor het nieuwe seizoen, maakt hij tijd vrij om ons bij te praten over de uitdagingen en toekomstplannen.
Dat Danny van der Weel bij een pretpark terecht zou komen, was geen zekerheid. Hij was namelijk vijftien jaar actief in zijn geboorteplaats bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, waar hij in 2023 afzwaaide als Event- en Projectmanager.
“Ik was tijdens COVID op het punt gekomen dat ik ging nadenken over wat ik wilde met mijn carrière. Ik heb altijd al een sterke binding gehad met de pretparkindustrie en had ervaring in sales opgedaan. Ik heb daarom de stoute schoenen aangetrokken en Andreas Andersen mijn visie voor mijn carrière voorgelegd. Hij wist mij te koppelen aan de CEO van de Looping Group, die met Avonturenpark Hellendoorn regelde dat ik daar vrijblijvend op de koffie kon. Avonturenpark Hellendoorn was op dat moment al in handen van Looping Group. De klik was er en meerdere gesprekken later begon ik in de zomer van 2023 als Manager Marketing en Sales in Avonturenpark Hellendoorn. Natuurlijk had ik nog niet alle vakinhoudelijke kennis, maar ik had wel creativiteit en wist hoe iets op te bouwen vanuit een visie. Ik heb ook veel ervaring in het in beweging krijgen van projecten, dus de radartjes draaiende krijgen. Dat was precies wat men zocht. Soms moet je eerst springen en daarna al doende maar zien hoe je moet zwemmen. Ik denk ook dat we in de branche minder op functieprofiel inclusief ervaring moet zoeken, maar meer op de passie, visie en creativiteit van kandidaten voor bijvoorbeeld management.”
Je woont in Rotterdam. Avonturenpark Hellendoorn is niet echt om de hoek; was doorschuiven naar Drievliet altijd al het plan?
“Natuurlijk wist ik dat Looping Group wilde uitbreiden en hoorde ik in de geruchtenmolen ook van de plannen voor overname. Eigenlijk solliciteerde ik dus bij de groep en niet zozeer voor de lange termijn voor een specifiek park. Redelijk snel na mijn start in Avonturenpark Hellendoorn wist ik van Familiepark Drievliet. Toen het definitief werd kwam mijn overplaatsing ook ter sprake, maar ik wilde eerst echt het seizoen 2024 bij Avonturenpark Hellendoorn helemaal afmaken. Daarom werd ik in het begin ook uitgeleend aan Familiepark Drievliet en is de definitieve overstap pas sinds november 2024. ”
Drievliet is sinds de oprichting in de handen van dezelfde familie geweest en stond te boek als gesloten organisatie. Wat trof je aan toen je er begon?
“Voorop gesteld; ik heb veel respect voor de familie Faaij. Ze hebben op een uitdagende locatie (midden in de stadse drukte) een divers pretpark neergezet waar gezinnen zich prima vijf a zes uur vermaken. Gelukkig heeft de familie alles gedaan om de overgang zo soepel als mogelijk te maken, wat ook wel noodzakelijk was aangezien de overname een week voor de seizoenstart rond af. Overigens is de familie nog geregeld op het park en kunnen we voor vragen en om simpelweg te klankborden altijd bij ze terecht.”
“Op veel vlakken was het park nog niet klaar voor de toekomst. Gasttevredenheid werd niet goed gemeten, maar ook zaken als downtime van attracties werden niet goed bijgehouden. Hier was men bij Avonturenpark Hellendoorn al verder mee en die learnings zijn ook in Familiepark Drievliet toegepast. Nu proberen we alles wat te meten is, ook echt te meten. Dus van de net genoemde downtime en gasttevredenheid tot in kaart brengen welke attracties binnen ons aanbod het meest populair zijn. Op het vlak van Marketing was er eigenlijk vrij weinig. We geven geen bezoekersaantallen, maar ik kan wel zeggen dat de schoolreisjes uiterst belangrijk zijn geweest door de jaren heen. Doordat dit historisch is gegroeid, was daar weinig marketing en sales voor nodig.”
Er was dus veel werk aan de winkel en het seizoen stond op het punt van starten. Inmiddels had je ook wat meer inhoudelijke vakkennis opgedaan, maar gaf je eerder al aan ook sterk te zijn in de ‘radartjes in beweging krijgen’. Hoe zijn die eerste weken gegaan?
“Er was geen team. Normaal zou je eerst een team zoeken, dan een visie uitwerken en die implementeren. Maar daar was geen tijd voor. Terwijl het team werd gezocht, hebben we de marketing pragmatisch opgepakt. In de beeldmerken die er waren hebben we subtiele wijzigingen doorgevoerd en verder hebben we vooral heel hard geknokt om content en de website op orde te krijgen. Zeker de website was niet toekomstproof. Bij veel Nederlanders was Familiepark Drievliet door de jaren heen ook echt op de achtergrond geraakt en daarmee hadden we dus op vlak van naamsbekendheid een uitdaging die op korte termijn opgelost moest worden. We hadden geen slecht imago…. Maar de consument wist niet echt wat Drievliet nu was. De partners uit mijn netwerk en die van Looping Group zijn dan ook snel aan het werk gezet om alles te realiseren en zoveel mogelijk voor de seizoenstart gedaan te krijgen.”
Welke zaken zijn dan concreet opgepakt in die periode?
“Om te beginnen de website! Dit is in de customer journey natuurlijk ontzettend belangrijk. Avonturenpark Hellendoorn had toen al een goede website en door deze als basis te gebruiken, konden we snel doorpakken in Den Haag. Ook de bereikbaarheid, dus een stuk dienstverlening naar onze gasten, moest beter. Tot voorkort moest je klachten nog per post opsturen; bellen en e-mailen was niet mogelijk. Verder was er echt een groot tekort aan content. We hebben Content Explorers gelijk aan het werk gezet om social media content te maken, een fotograaf is langsgekomen en hebben ook gelijk dronebeelden laten maken. We zijn ook relatief snel daarna begonnen met enquêtes onder gasten om data voorhanden te hebben in de toekomst. Operationeel zijn er ook veel verbeteringen doorgevoerd. Hier kwamen gelijk verrassende resultaten uit. Zo had ik nooit verwacht dat Jungle River bij de populairste attracties zou horen.”
Het eerste seizoen onder Looping Group is geweest in Familiepark Drievliet en jij bent sinds eind vorig jaar 100% over naar Familiepark Drievliet. Waar zijn jullie nu mee bezig?
“We wisselen veel kennis uit met Avonturen Hellendoorn en zijn zelf druk bezig met een visie voor het nieuwe seizoen en de lange termijn opstellen. Waar liggen kansen? Wat kan beter? Wat kunnen wij doen om de concurrentie voor te blijven of om ze in te halen en hoe bewaken we de winstmarge is een onstabiele wereld? Ook stellen we de medewerkers centraler in de organisatie. Zo proberen we meer input te krijgen, maar willen we ook meer onze waardering uitspreken. Zo zijn er kerstpakken en iets simpels als een verjaardagskaart geïntroduceerd. Kortom, we werken toe naar een plattere organisatie. Dat is ook de vrijheid die Looping Group ons geeft. Zelf ben ik ook erg druk met de re-branding die er aan zit te komen (en inmiddels uitgerold is, red.) en liggen er de komende jaren grote projecten als het verbeteren van de uitstraling van het entreegebied en de retail. Hier valt echt zowel qua gastervaring als financieel de nodige winst te behalen.”
Tijdens LeisureTalk sprak Jos Klerx, sectormanager horeca, recreatie en toerisme bij Rabobank, over de uitdagingen en kansen binnen de vrijetijdssector. Tegen de iconische achtergrond van de Domtoren in Utrecht gaf hij zijn visie op hoe deze vitale sector zich richting 2040 kan ontwikkelen.
“Recreatie is essentieel voor ons geluk en onze productiviteit”
“De recreatiesector is niet alleen belangrijk voor de economie, maar ook voor ons welzijn,” benadrukt Klerx. “Vrije tijd helpt ons ontspannen en maakt ons gelukkig. Het belang hiervan is onmiskenbaar, vooral in een wereld waar werkdruk en verantwoordelijkheden toenemen.”
Met een bijdrage van 4-7% aan het Nederlandse bruto binnenlands product is de sector een economische pijler. Tegelijkertijd ziet Klerx dat slimme investeringen, innovatie en samenwerking noodzakelijk zijn om toekomstbestendig te blijven.
Zes grote uitdagingen voor de sector
Tijdens het gesprek schetste Klerx zes thema’s die de toekomst van recreatie en toerisme bepalen:
Ruimtegebrek
“Nederland heeft simpelweg niet genoeg ruimte om aan alle groeiambities te voldoen,” stelt Klerx. Innovatieve oplossingen zoals multifunctionele recreatiehubs kunnen hier uitkomst bieden.
Personeelstekorten
De sector blijft arbeidsintensief. Technologie kan echter helpen bij het efficiënt inzetten van personeel door middel van datagedreven processen en slimme planningstools.
Digitalisering
Automatisering wordt steeds belangrijker. Denk aan digitale inchecksystemen of robots die schoonmaak- en logistieke taken overnemen. Dit verhoogt niet alleen de efficiency, maar biedt gasten ook meer autonomie.
Voedseltransitie en verspilling
Met een verschuiving naar plantaardige producten en minder voedselverspilling kan de sector kosten besparen en duurzaamheid stimuleren. Horecaondernemers die verspilling meten, realiseren al tot 20% reductie.
Klimaat en duurzaamheid
Investeringen in energiebesparing, biodiversiteit en hernieuwbare energie zijn essentieel. Klerx noemt als voorbeeld recreatieparken die inzetten op zonnepanelen en warmtepompen.
De veranderende gast
Demografische veranderingen vragen om nieuwe concepten. Oudere gasten zoeken rust en comfort, terwijl jongere generaties avontuur en beleving willen. Glamping is een van de niches die hierop inspeelt.
Vanuit het perspectief van de ondernemer
Ondernemers in de vrijetijdssector worden geconfronteerd met een groeiende lijst van eisen. “De ondernemers moeten al zoveel,” erkent Klerx. “Er is wetgeving, er zijn transities en de druk om betaalbaar te blijven is enorm. Ketens worden dominanter, vervuiling moet worden doorberekend, en zonder aanpassingen raak je out of business. Daarnaast kampen ondernemers met personeelstekorten en stijgende loonkosten. Het inspelen op generatie Z, met hun behoefte aan zingeving, voegt een extra laag van complexiteit toe.”
Inspelen op automatisering, AI en robotisering is volgens Klerx cruciaal. “Het is veel, maar het biedt ook kansen. Digitalisering kan processen stroomlijnen en gastvrijheid verhogen. Duurzaamheid is net zo belangrijk: de tijd dringt. Ondernemers moeten nu investeren in waterbesparende oplossingen en energie-efficiënte systemen, anders dwingen regelgeving en Europese normen ze hiertoe.”
Voor familiebedrijven is de uitdaging extra groot. “Bij een derde generatie bedrijf speelt ook de vraag naar onafhankelijkheid een rol. Hoe blijf je zelfstandig terwijl je moet voldoen aan complexe eisen?”
“We moeten anders naar de sector kijken”
Ondanks deze uitdagingen pleit Klerx voor een positief perspectief. “We moeten anders naar de sector kijken. Het is complex, maar wel noodzakelijk. Met de schaarste aan personeel moeten we op een andere manier productiever worden. Innovatie en samenwerking zijn de sleutel.”
Hij wijst erop dat duurzaamheid kansen biedt. “Waterbesparingsplicht en andere milieueisen komen eraan, maar ondernemers die hier proactief op inspelen, kunnen concurrentievoordeel behalen. Het vraagt om aanpassingsvermogen, maar het opent ook de deur naar nieuwe markten en klantgroepen.”
Klerx vat het samen: “De gast, verduurzaming en digitalisering vormen de driehoek waar we het antwoord moeten vinden.”
Samenwerken en vooruitdenken
“Ondernemers hoeven deze uitdagingen niet alleen aan te pakken,” benadrukt Klerx. “Samenwerking is de sleutel. Er zijn al prachtige voorbeelden van innovatie en duurzaamheid in Nederland. Leer van elkaar en groei samen.”
Een sterk voorbeeld is een netwerk van campings dat gezamenlijk investeert in duurzame energieprojecten. Dit verlaagt niet alleen kosten, maar creëert ook een gedeeld platform voor kennisuitwisseling.
Blik op de toekomst
Ondanks de vele uitdagingen blijft Jos Klerx positief. “Blijf de gast centraal stellen. Investeer in een product waar je achter staat en wees flexibel. Met samenwerking en een strategische aanpak kan de recreatiesector uitgroeien tot een nog vitalere en toekomstbestendige pijler van Nederland.”
Over Jos Klerx
Jos Klerx is al ruim 13 jaar verbonden aan Rabobank, waarvan de laatste acht jaar als sectormanager horeca, recreatie en toerisme. Met een achtergrond in de restaurantbranche en een master in Supply Chain Management heeft hij een unieke blik op trends en ontwikkelingen binnen de sector.
“Vrije tijd is essentieel,” aldus Klerx. “Als je vraagt wat mensen afgelopen weekend hebben gedaan of kijkt naar hun laatste 10 foto’s, is de kans groot dat deze momenten in onze sector zijn genomen.”
Gastvrijheid en medewerkerstevredenheid zijn essentiële pijlers voor succes in veel organisaties, waaronder in dag- en verblijfsrecreatie. Maar hoe zorg je ervoor dat medewerkers niet alleen de juiste vaardigheden leren, maar ook hun werk met trots en plezier uitvoeren? We gingen in gesprek met Belinda Dekkers, directeur en mede-eigenaar van het in Culemborg gevestigde trainingsbureau UL-Team, gespecialiseerd in maatwerkopleidingen. Zij vertelt hoe gerichte training kan bijdragen aan tevreden gasten én medewerkers. Dekkers deelt haar inzichten en aanpak en laat zien waarom investeren in mensen altijd loont.
Praktijkgericht en persoonlijk
Volgens Dekkers is het essentieel dat trainingen aansluiten bij de dagelijkse praktijk van medewerkers. “We trainen 95% van de tijd op locatie bij de klant, met de materialen die ze dagelijks gebruiken,” legt ze uit. Het doel is om medewerkers direct handvatten te bieden die ze kunnen toepassen. Dit praktijkgerichte werken wordt gecombineerd met maatwerk. Elke training begint met een uitgebreide intake, waarin de specifieke behoeften van de opdrachtgever worden besproken. Vervolgens wordt de inhoud afgestemd met de trainer.
“Trainingen zijn alleen effectief als ze op maat zijn gemaakt voor de situatie,” zegt Dekkers. “Dat geldt ook voor borging: deelnemers krijgen hulpmiddelen, zoals persoonlijke feedbackkaarten, waarop ze hun eigen afspraken noteren. Zo blijft het geleerde langer hangen.” Duurzaamheid is eveneens een belangrijk speerpunt. Het papiergebruik is sterk teruggebracht door digitale lesmaterialen in te zetten, die via QR-codes altijd actueel blijven.
Investeren in mensen loont
Veel organisaties zien training als een kostenpost, vooral in sectoren met een hoog personeelsverloop. Volgens Dekkers is dat een misvatting. “Goede onboarding en training vanaf dag één vergroten werkplezier en loyaliteit. Als je daar niet in investeert, omdat je denkt dat mensen toch snel vertrekken, creëer je juist een vicieuze cirkel.” Ze benadrukt dat training niet alleen de vaardigheden van medewerkers verbetert, maar ook hun trots en betrokkenheid vergroot. “Een schoonmaker identificeert zich vaak met de locatie waar hij of zij werkt, zoals een luchthaven of hotel. Door hen te ondersteunen, maak je niet alleen hun werk beter, maar ook de algehele beleving voor gasten.”
De trainingen richten zich op een breed scala aan medewerkers, van receptie- en schoonmaakpersoneel tot zwembadmedewerkers en parkeerterreinmedewerkers. “Omdat we voor verschillende expertises specialistische trainers hebben, kunnen we maatwerk bieden. Van weerbaarheidstraining tot ergonomisch werken en gastvrijheid. Gastvrijheid neemt in de recreatiesector een steeds belangrijkere plaats in en is onderdeel van het onderscheidend vermogen,” aldus Dekkers. Ze raadt organisaties aan goed te kijken welke groepen medewerkers welke ondersteuning nodig hebben.
Leiderschap en teamvorming
Een belangrijk onderdeel van de trainingen is het betrekken van leidinggevenden. “Als een trainer weggaat, begint het werk pas echt,” zegt Dekkers. “Leidinggevenden moeten het geleerde ondersteunen en verankeren in de dagelijkse praktijk.” Voor hen biedt UL-Team specifieke trainingen, bijvoorbeeld in omgaan met diverse teams en weerstand.
Goede leiderschapstrainingen zijn essentieel om teamdynamiek te versterken. Dekkers merkt op dat leidinggevenden vaak snel oordelen in plaats van vragen te stellen. “Als je begrijpt waarom mensen handelen zoals ze doen, kun je echte verandering teweegbrengen. Medewerkers voelen zich gehoord, wat hun betrokkenheid vergroot. Zeker als je hen ook nog eens meeneemt in waarom bepaald gedrag gewenst is.”
Verbeteren, niet oplossen
Dekkers benadrukt dat training geen oplossing is voor structurele problemen in een organisatie. “We worden soms gevraagd om een probleem op te lossen, maar dat is niet wat training doet. Opleiden is gericht op verbeteren, niet op snel fixen. Het is belangrijk om realistische verwachtingen te hebben en eerst een duidelijke nulmeting te doen.”
Volgens Dekkers is er nog veel te winnen in het opleiden van medewerkers, vooral in het omgaan met diverse culturele achtergronden. “We hebben iedereen nodig, en goede trainingen kunnen bijdragen aan betere samenwerking en wederzijds begrip. Dat weten wij uit ervaring bij UL-Team 100% zeker.”
Duurzaam en relevant
Met een sterke focus op duurzaamheid en praktijkgerichtheid weet UL-Team een onderscheidende aanpak te hanteren. Het papiergebruik is met 90% gereduceerd door over te stappen op digitale materialen. Ook wordt er gewerkt met de middelen van de klant om de trainingen zo realistisch mogelijk te maken.
Dekkers besluit: “Investeren in training is investeren in mensen. Het verhoogt niet alleen de kwaliteit van het werk, maar ook de tevredenheid van medewerkers en gasten. En uiteindelijk profiteert iedereen daarvan.”
De funnel is een kernbegrip in marketing en sales. Alles wat we doen – van strategie tot het meten van resultaten – vindt plaats binnen deze structuur: SEE, THINK, DO, CARE. Het is precies deze meetbaarheid die marketing zo aantrekkelijk maakt. Toch is er een deel in de klantreis dat zich onttrekt aan de tools en analysemogelijkheden: de zogenaamde dark funnel. Dit ongrijpbare aspect vormt een groeiende uitdaging, zeker nu privacyregels strenger worden.
In de jaren ‘80 moesten bedrijven nog vertrouwen op panels en onderzoeksbureaus om de impact van campagnes te meten. Dankzij online marketing is de meetbaarheid enorm verbeterd. Toch blijft er een onzichtbaar stuk over, waarin contactmomenten plaatsvinden buiten directe controle of zichtbaarheid. Denk aan mond-tot-mondreclame of privégesprekken via WhatsApp. Deze interacties zijn moeilijk te volgen, maar spelen een cruciale rol in het beslissingsproces van consumenten.
Wat is de dark funnel?
De dark funnel verwijst naar de verborgen interacties in de klantreis. Veel van deze momenten zijn niet te meten met analysetools. Voorbeelden hiervan zijn mond-tot-mondreclame, informele sociale mediaposts en reviews. Consumenten bespreken bijvoorbeeld een leuke vakantie-ervaring via privéberichten, zonder dat dit zichtbaar is voor bedrijven. Ook platforms zoals Tripadvisor, waar consumenten inspiratie opdoen zonder direct contact op te nemen met een aanbieder, vallen binnen de dark funnel.
Het probleem? Veel bedrijven richten zich uitsluitend op meetbare resultaten zoals klikken en conversies. Hierdoor missen ze een groot deel van het beslissingsproces dat buiten de zichtbare kanalen plaatsvindt. Dit is een gemiste kans, want juist deze verborgen momenten bepalen vaak of een consument voor jouw merk kiest.
De rol van privacy en technologie
Meten staat soms haaks op privacy. Steeds meer consumenten blokkeren cookies of beperken tracking. Dit maakt het lastig om hun gedrag volledig in kaart te brengen. Daarnaast schakelen ze moeiteloos tussen apparaten en platforms, waardoor het nog moeilijker wordt om een consistente klantreis te volgen.
Deze ontwikkeling raakt ook de recreatiesector. Gasten vertrouwen bijvoorbeeld meer op aanbevelingen van vrienden en reviews dan op advertenties. Social evidence – zoals authentieke ervaringen van anderen – speelt een steeds grotere rol. Platforms als Go-Kids.nl, waar gezinnen inspiratie zoeken, zijn belangrijker dan ooit. Toch zien veel ondernemers dit over het hoofd.
Inspiratie en emotie in de klantreis
In de SEE- en THINK-fases van de klantreis maken consumenten hun beslissingen vaak op emotionele basis. Inspirerende content, zoals blogs en reviews, helpt hen verder in het proces. Pas in de DO-fase, waar de daadwerkelijke boeking plaatsvindt, komt de rationele overweging naar boven. Bedrijven die alleen focussen op boekingsplatforms zoals Booking.com missen een belangrijk stuk van de klantreis.
Waarom de dark funnel belangrijk is voor recreatie
De recreatiesector is sterk afhankelijk van merkbekendheid en vertrouwen. In een markt waar consumenten niet over één nacht ijs gaan, is het cruciaal om aanwezig te zijn in zowel zichtbare als onzichtbare contactmomenten. Dit betekent investeren in inspiratieplatforms, mond-tot-mondreclame en authentieke content.
Een goed voorbeeld hiervan is de ‘Rule of 7’. Traditioneel stelde deze regel dat een consument gemiddeld zeven contactmomenten nodig heeft voordat hij tot aankoop overgaat. Dit principe, afkomstig uit de filmindustrie van de jaren ’30, geldt nog steeds – al zijn het er in de digitale wereld waarschijnlijk meer. Consumenten worden dagelijks blootgesteld aan duizenden advertenties. Het aantal contactmomenten dat nodig is om impact te maken, groeit daardoor.
Hoe kunnen recreatieondernemers inspelen op de dark funnel?
Een succesvolle strategie begint met een omnichannelbenadering. Dit houdt in dat je zowel online als offline contactmomenten optimaliseert. Zorg dat je zichtbaar bent waar inspiratie ontstaat – niet alleen waar geboekt wordt. Denk aan het actief beheren van reviews, het delen van authentieke verhalen en het aanwezig zijn op inspiratieplatforms. Authentieke content van derden is hierbij essentieel, omdat consumenten hier meer waarde aan hechten dan aan reclameboodschappen.
Daarnaast is het belangrijk om offline kanalen niet te vergeten. Mond-tot-mondreclame en lokale samenwerkingen kunnen een grote impact hebben op de klantreis. Veel ondernemers onderschatten deze onzichtbare momenten, terwijl juist deze contactmomenten vaak doorslaggevend zijn.
De uitdaging voor de recreatiemarkt
Hoewel veel meetbaar is, blijft een groot deel van de klantreis afhankelijk van inschatting en ervaring. De dark funnel vraagt om een aanpak waarin zichtbare en onzichtbare contactmomenten hand in hand gaan. Het is een kwestie van experimenteren, monitoren en aanpassen. Ondernemers die dit goed beheersen, onderscheiden zich van de concurrentie.
Het opnemen van de dark funnel in je marketingstrategie biedt niet alleen kansen om meer gasten te trekken, maar helpt ook bij het opbouwen van langdurige relaties. Door te begrijpen waar je doelgroep inspiratie opdoet en hoe zij beslissingen nemen, kun je inspelen op hun behoeften – zelfs als deze niet direct meetbaar zijn.
De echte uitdaging ligt niet in wat meetbaar is, maar in wat je met die kennis doet. Succesvolle recreatiebedrijven zijn niet alleen aanwezig waar geboekt wordt, maar vooral daar waar de klantreis begint: in de inspiratiefase.
Riëtte Mulder-Lemein
Marketing- en communicatiespecialist en eigenaar go-kids.nl
Vakantieparken en campings hebben veelal te maken met grote pieken en dalen in het aantal contactmomenten met gasten. Vaak is het ook noodzakelijk om omnichannel contactmogelijkheden te bieden aan gasten, zoals telefonisch, maar ook via e-mail, chat en WhatsApp. Gasten verwachten in de huidige tijd ook een snelle en goede reactie. Die combinatie van factoren maakt het bieden van goede bereikbaarheid een logistieke en financiële uitdaging.
Judith Sapulette is Customer Success Manager bij Direct Klantcontact, die met teams in Nederland en Suriname voor 700 bedrijven het klantcontact geheel verzorgd, helpt piekuren op te vangen of de zorg draagt voor het klantcontact na kantooruren. Ze geeft haar visie op de dienstverlening in brede zin en hoe Direct Klantcontact zelf te werk gaat.
Judith, je loopt al een flink aantal jaren mee in de branche. Durf je te stellen dat het beroep van klantcontactmedewerker of adviseur een onderschat beroep is?
”100%! Zeker als iemand de term callcenter er op een negatieve toont aanhangt. Een goede adviseur heeft een hoop verschillende vaardigheden nodig, die veel verder gaan dan een script uitvoeren. Het vergt een bepaalde mensenkennis, een stukje psychologie vaak ook. Ook moet men kunnen multitasken, want vaak werkt men ook nog in onze systemen of die van onze opdrachtgever tijdens het bellen. Daarnaast moet het team bij ons ook enige kennis over de locatie hebben waarvoor ze de telefoon opnemen. Kortom, voordat iemand ook echt in de lijn gaat volgt er een uitgebreide training. We zijn tenslotte het visitekaartje van onze opdrachtgever. Dit goed doen is écht een vak. Zeker in de tijd dat klanten mondiger worden en veeleisender, is het goed toepassen van gesprekstechnieken een specialiteit.”
Je geeft net aan dat je jouw team bij Direct Klantcontact ook echt als visitekaartje ziet. We zien echter ook dat in de branche vaak zaken als chatbots en AI worden ingezet. Hoe kijk je hiernaar?
“AI is echt wel een mooi hulpmiddel, maar mist het persoonlijke contact en inschattingsvermogen van een persoon. Mits goed getraind is voor een klant iemand daadwerkelijk spreken, via welk kanaal dan ook, een meerwaarde. En als we het goed doen, heeft die klant niet eens door dat ze met een externe bellen. Vakantieparken trainen bijvoorbeeld vaak hun medewerkers op locatie erg goed, zoals receptionisten. Maar alle andere communicatiestromen zijn net zo belangrijk.”
Wat doen jullie primair bij Direct Klantcontact? We kunnen ons namelijk ook indenken dat een hoop bedrijven liever met klantcontact het heft in eigen handen nemen?
“Voorop gesteld; wij werken zo nauw samen met de opdrachtgever aan scripts – die altijd in beweging zijn door feedback van de klant en onze medewerkers – dat wie wij aan de lijn krijgen niet merken dat ze met Direct Klantcontact bellen. In de praktijk is het voor bijvoorbeeld een recreatiepark ook net zo makkelijk met ons; we filteren eigenlijk de telefoontjes en schakelen alleen de juiste contactpersoon van de opdrachtgever bij als het urgent genoeg is. Onze medewerkers en hun teamleiders weten dit heel goed te doen. Wat wij aanbieden is het verhogen van capaciteit tijdens piekuren, het verzorgen van de bereikbaarheid na kantooruren en kunnen desgewenst zelfs de hele klantcommunicatie overnemen. Het hangt echt af van de behoefte van opdrachtgever, of deze nou klein of groot is.”
Je noemde net al een paar voorbeelden van voordelen van het inschakelen van een externe partij zoals Direct Klantcontact. Zijn er nog meer voordelen voor de opdrachtgever?
“Nu kan ik lastig namens alle branchegenoten spreken, dus hou ik het inderdaad specifiek op onszelf. Omdat wij namens een groot aantal bedrijven hun telefonische of online visitekaartje mogen zijn, hebben we door de jaren heen ook ontzettend veel kennis in huis gehaald. Elke script, dus het draaiboek vanuit waar we werken, is op maat gemaakt voor de specifieke opdrachtgever. Echter is het grote voordeel dat wij tijdens het maken of bijschaven van de scripts casussen van situaties bij andere opdrachtgevers kunnen inzetten, waaronder zaken waar men wellicht anders nooit aan had gedacht. Daarnaast kan het kostenefficiënter zijn om het uit te besteden. Immers hoef je dan niet één of meerdere medewerkers zelf de hele nacht te laten werken of oproep te hebben voor wellicht dat enkele telefoontje.”
Welke uitdagingen zie jij voor het beroep klantadviseur, maar ook voor jezelf en Direct Klantcontact?
“Het behalen van een consistent niveau. Daarvoor moet je als bedrijf, zoals wij dat ook doen, echt investeren in het team. Dat komt niet vanzelf, daar moet je je iedere dag echt wel hard voor maken. Klantadviseur zijn zit zoveel meer achter dan je denkt. Maar als je dat goed aanpakt, zie je daar ook de resultaten van. Dat merken wij iedere week weer.”
In het pittoreske Reestdal, verscholen in het groen van Balkbrug, ligt Camping Si-Es-An. Deze familiecamping combineert traditie en innovatie op unieke wijze. Onder leiding van Jarno Keizer en zijn vrouw Willeke is het familiebedrijf getransformeerd tot een moderne, duurzame bestemming. Tijdens een gesprek met LeisureTalk deelt Jarno het inspirerende verhaal achter de evolutie van de camping.
Een naam met een verhaal
De naam Si-Es-An is een eerbetoon aan de oorspronkelijke eigenaren Sietse en An, de kinderen van de oprichters. Dit illustreert de verbondenheid met de familiegeschiedenis en de authenticiteit die de camping uitstraalt. “We wilden een plek waar traditie en vernieuwing hand in hand gaan,” vertelt Jarno.
Een culinaire ervaring met regionale trots
Een van de belangrijkste vernieuwingen sinds de overname is de transformatie van de kantine naar een moderne brasserie. “We wilden meer dan een plek waar gasten koffie drinken. Het moest een culinaire ervaring worden met kwaliteit en streekproducten in de hoofdrol,” legt Jarno uit. De rietgedekte brasserie is jaarrond geopend en trekt zowel campinggasten als bezoekers uit de regio. Hiermee versterkt het niet alleen de beleving op de camping, maar ook de band met de lokale gemeenschap.
Duurzaamheid als kompas
Si-Es-An zet sterk in op duurzaamheid. “We planten elk jaar bomen om de camping nog beter in de natuurlijke omgeving te laten passen,” zegt Jarno. Innovaties zoals milieuvriendelijke waterbeheeroplossingen, luxe accommodaties zoals tiny houses, en chloorvrije natuurzwembaden benadrukken het duurzame karakter. “We willen laten zien dat luxe en natuur prima samengaan.”
Leveranciers en samenwerking
Bij de herontwikkeling van de camping speelt samenwerking een grote rol. Zo heeft Facet Ruimtedenkers geholpen bij de indeling en inrichting van het terrein, inclusief een toekomstgericht ontwerp voor het centrumgebied. Nexus bouwde de unieke tiny houses en cosy houses, en Outstanding leverde diverse safaritenten, waaronder de innovatieve Ranger Lodge. Lokale partners zoals loonbedrijf Koonstra, installatiebedrijf Lindekroon, en hovenierbedrijf Arjan van de Veen hebben bijgedragen aan de uitbreiding en duurzame transformaties van het terrein. “Door lokaal samen te werken, versterken we niet alleen de camping, maar ook de regionale economie,” benadrukt Jarno.
Van generatie op generatie
Camping Si-Es-An is al jarenlang eigendom van de familie Snoek. De overgang naar de volgende generatie werd zorgvuldig voorbereid. “Willeke en ik zijn al vroeg betrokken bij de bedrijfsvoering en investeringen,” vertelt Jarno. Deze geleidelijke overdracht met wederzijds respect en inlevingsvermogen heeft geleid tot een succesvolle transitie. “Te vaak wachten ondernemers te lang met het doorgeven van het stokje. Dat leidt vaak tot stilstand. Bij ons was er juist ruimte voor vernieuwing.”
Een visie op de toekomst
Onder de leiding van Jarno en Willeke is een heldere toekomstvisie ontwikkeld. De camping profileert zich sterker als natuurcamping met een focus op het unieke Reestdal. Traditionele velden maken plaats voor natuurvelden waarin recreanten zich te gast voelen in een landschap van heide en kreken. Samenwerking met het nabijgelegen Natuurinformatiecentrum De Wheem onderstreept deze groene ambitie. Het nieuwe circulaire receptiegebouw, gecombineerd met kleinschalige horeca, dient als een pleisterplaats voor gasten en omwonenden.
Een nieuw hoofdstuk voor Si-Es-An
Het vernieuwde terreinontwerp benut de kleinschaligheid van de camping optimaal. Vaste plekken en toeristische kampeerplaatsen zijn gescheiden, met elk een eigen toegang. Deze opzet biedt rust en ruimte voor elke gast. De oude generatie ondersteunt nog steeds met enthousiasme bij de dagelijkse werkzaamheden, wat bijdraagt aan een soepele overgang naar de nieuwe visie.
Een bestemming vol beleving
Camping Si-Es-An is een plek waar traditie en innovatie samenkomen. Of het nu gaat om rust in de natuur, een culinaire beleving in de brasserie, of een inspirerend voorbeeld van duurzaam ondernemen, de camping biedt het allemaal. Zoals Jarno zegt: “Onze gasten moeten zich gezien en gewaardeerd voelen, of ze nu voor het eerst komen of al jaren terugkeren.”
Met deze filosofie en hun blik op de toekomst blijft Camping Si-Es-An een unieke bestemming in het hart van het Reestdal.
Slotvraag: “En heb je nog de Postcode Loterij gewonnen?”
Jarno lacht: “Wij deden niet mee met de Postcode Loterij, dus uiteraard geen prijs. Wel veel mensen om ons heen natuurlijk, dus links of rechts profiteren wij altijd mee. Het is vooral leuk om te zien dat collega’s die voor het eerst een huis willen kopen dit niet konden en dat nu wel kan. Geld maakt natuurlijk niet gelukkig, maar wel makkelijker.”
Als verlichting voor de huidige krappe huizenmarkt wil minister Mona Keijzer het verbod op het permanent bewonen van vakantiehuisjes wettelijk opheffen. Tot die tijd vraagt ze gemeentes en andere betrokkenen het te gedogen wanneer bewoners van vakantiehuizen daar het hele jaar verblijven. Het gaat op dit moment om zeker 60.000 mensen die iedere dag van het jaar wonen in een vakantiehuis, terwijl dit volgens de wet vooralsnog niet is toegestaan.
De recreatiemarkt is nu in rep en roer. De minister heeft met haar voorstel iedereen in het harnas gejaagd (behalve natuurlijk de huidige legale bewoners). Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Het is kommer en kwel als we de stakeholders rondom dit dossier mogen geloven.
Zag niemand dit aankomen?
Maar zij gaan er wel aan voorbij dat de situatie al jaren onhoudbaar is op heel veel campings en vakantieparken. Onder druk van de krappe huizenmarkt (dat nu het meest prangende dossier zou moeten zijn van dit kabinet) ziet men in het legaliseren een kleine verlichting voor dit maatschappelijke probleem. Overigens levert het legaliseren van wonen op een vakantiepark geen extra bijdrage in het aantal nieuwe woningen, maar voorkomt het dat er nóg meer woningzoekenden die dramatische markt op stromen.
Wat speelt er nog meer? Waarom hebben die stakeholders het in de eerste plaats zo ver laten komen, terwijl ze nu met grote krokodillentranen gezamenlijk optrekken tegen het aangekondigde beleid van Mona Keijzer? Dat is mij vreemd. Het is toch het resultaat van hun beleid? Het is heus niet zo dat alle vakantieparken verworden zijn tot een Vinex-woonwijk of een ghetto met criminelen, buitenlanders, arbeidsmigranten en bewoners met een handleiding. Desondanks staat er een nog groter probleem aan te komen van al die campings die door een aantal handige jongens zijn uitgepond in de laatste jaren, en getransformeerd zijn naar chaletparken voor semi-permanent recreëren voor eigen gebruik. De stap naar permanent wonen of verloedering van de betreffende locatie ligt in het verschiet. Het ontbreken van een toeristische agenda is hier veelal schuldig aan.
Ontstaan van het vakantiepark
We gaan even terug naar midden jaren vijftig toen ‘het huisjespark in de natuur’ is ontstaan. Op de Veluwe zagen we de eerste parken komen van o.a. PTT Pensioenfonds en de FNV, die aangesloten leden de mogelijkheid gaven in een huisje vakantie te vieren. Overigens was het dan alleen het vakantiehuisje: er waren verder geen recreatieve voorzieningen.
Andere spelers in die tijd waren o.a. Aegon, Landal GreenParks en Sporthuis Centrum (het huidige Center Parcs). Het zijn namen die ooit de basis hebben gelegd voor wat nu is verworden tot een exportproduct. Wist u dat de eerste accommodaties bij Sporthuis Centrum De Lommerbergen in 1968 bestonden uit tenthuisjes? En wist u ook dat de campingwet (inclusief voorwaarden) van recratiebrancheorganisatie RECRON uit die tijd dateert? In al die decennia daarna is er bijzonder weinig veranderd aan de voorwaarden van de RECRON. Maar de branche zélf wel! Het zijn echt niet meer alleen maar tenten. Tegenwoordig kennen we tourcaravans, stacaravans, bungalows, cottages en chalets. Boomhuizen, glamping, een tiny house of een lodge: het is niet meer te vergelijken. De vakantiewoningmarkt van tegenwoordig is compleet anders dan toen.
Ook ambtenaren bewegen weinig mee
Naast de starre voorwaarden van de RECRON hebben ook gemeentes hun beleid ten aanzien van accommodaties niet aangepast. Vandaar dat er ontwikkelaars zijn die knollen voor citroenen verkopen. Chalets worden verkocht als vakantiewoning, wielen worden ingegraven in de grond. De consument denkt een vakantiewoning te hebben gekocht, maar niets is minder waar!
Er zijn dus eigenlijk twee soorten vakantieparken. Eén die vanaf de oorsprong is bedoeld als ‘huisjespark’, en de andere waarbij een bestaande camping wordt omgeturnd tot een ‘chaletpark’. In beide gevallen bepaalt de gemeente of men er permanent mag wonen. Maar als bij de afgifte van een vergunning al geopperd wordt dat men daar mag recreëren voor eigen gebruik, is het hek van de dam. Als een camping feitelijk wordt getransformeerd naar een chaletpark, is het geen camping meer. En daar geldt geen verplichting voor toeristische verhuur. Daarmee is de kans groot te verworden tot een probleemvakantiepark.
Dus: veel campingeigenaren kregen dollartekens in hun ogen bij alleen al de gedachte aan een chaletpark. Op dezelfde plek van de tent plaats je een chalet die per seizoen duizenden euro’s meer oplevert! Ziezo: het simpele verdienmodel. Je kunt met permanente bewoning ook nog eens bezuinigen op een toeristisch aanbod of animatie en recreatie. Veel recreatieondernemers hebben zo dus zelf de hand gehad in de verloedering van hun ‘eigen’ camping of zijn ten prooi gevallen aan de chaletcowboys van de laatste jaren.
Wie zijn er allemaal verantwoordelijk? Dit zijn in onze ogen de veroorzakers:
1. Landelijke overheid
Door het gebrek aan centrale regelgeving op dit bestaande dossier moet elke gemeente het wiel opnieuw uitvinden. Door verpauperde vakantieparken ontstaat willekeur en verkwanselen de mooiste plekjes van Nederland. Juist nu de nieuwe Omgevingswet van toepassing is en er gewoonweg te weinig kennis is op het gemeentehuis. Dat is een ramp voor deze branche! Wat betekent dit voor de toekomstige ontwikkelingen? En niet in de laatste plaats het hele fiscale regiem dat investeren en/of bezit van een 2e vakantiewoning, het verdien model voor consument en projectontwikkelaar onder druk zet.
2. Gemeente
De spelregels rondom het afgeven van een bestemmingsvergunning zijn scheef. Waarom wordt bijvoorbeeld het hele jaar eigen gebruik toegestaan, zonder bijvoorbeeld verplichte verhuur met een maximumperiode van 8 weken eigen gebruik? Waarom is er geen handhaving van regels vanuit de gemeente, maar wordt de recreatieondernemer hiermee opgezadeld? Zelfs de kosten voor controle op de regels kunnen doorvertaald worden naar de toeristenbelasting. Forensenbelasting op chaletparken moet ook verdwijnen en gelijk worden getrokken met die van de vakantieparken. Er zal een landelijke regeling moeten komen om alle soorten accommodaties opnieuw in te schalen in welke categorie zij thuishoren. Wat maakt een vakantiepark een vakantiepark? Toerisme zal altijd de basis moeten zijn van nieuwe en bestaande ontwikkelingen. Maar wie pakt de regie? Wie heeft de kennis in huis binnen de gemeente om de ‘markt’ in de hand te houden? Ook de nieuwe omgevingswet lijkt een struikelblok te zijn door gebrek aan kennis en mankracht op het gemeentehuis. De markt is overgeleverd aan inhuurkrachten die als ZZP’er het beleid van de gemeente bepalen.
3. Recreatieondernemers
De ondernemer is de spil in alles als het gaat om de koers van het bedrijf. Er zijn enorm veel recreatieondernemers die achterover zijn gaan leunen met de jaaromzetten van het chaletpark, en te lang niets hebben gedaan om de tént weer sexy te houden als toeristische bestemming. Neen, één keer per jaar collecteren was voldoende…zij hebben veel loyaliteit e rechten verspeeld en het wantrouwen voor de sector vergroot.
4. De HISWA-RECRON
Met voorwaarden die niet meer van deze tijd zijn heeft HISWA-RECRON de projectontwikkelaars vrij spel geven. Ook hun recreatieadviseurs hebben het verval op veel campings en vakantieparken niet kunnen keren. Het contributiemodel maakt je afhankelijk van leden, dus moet je ze vooral pamperen en niet aanpakken. Het gezegde luidt dat een ezel zich niet twee keer aan dezelfde steen stoot, maar voor deze brancheorganisatie is dat niet van toepassing. Daar probeert men nu al voor de derde keer een boekingsplatform voor de leden op te tuigen…en zal wederom sneuvelen. Je kunt je afvragen of deze branche organisatie nog wel relevant genoeg is het tij te keren.
5. De provincie/Vitale Vakantieparken
De provincie strooit met gemeenschapsgeld in de vorm van subsidies, waaronder die naar Vitale Vakantieparken. Door vouchers voor recreatieondernemers worden kansloze parken beloond ondanks hun passiviteit en het laten verpauperen van hun bedrijf. Het valt op dat Provincie en Gemeenten veelal lijnrecht tegenover elkaar staan waar juist een gezamenlijke aanpak gewenst is.
6. Adviesbureaus
Er is al enorm veel overheidsgeld gevloeid naar commissies en adviesbureaus zonder kennis. Veel gezonde bedrijven heeft het nog niet opgeleverd. Hier ontbreekt niet alleen een centrale regie, maar ook de kennis voor het aanpakken van de lokale problemen die voor elk scenario een andere aanpak vereist. Het is toch van de gekke dat gemeenten plannen laat toetsen door adviesbureaus die als doel hebben zoveel mogelijk rapporten te slijten in plaats van echte kennis te leveren.
7. Projectontwikkelaars
De perverse prikkel die ontstaat bij het transformeren van een camping naar een chaletpark (waar enorme bedragen mee gemoeid zijn) speelt ook zeker een rol van betekenis. Vooral als men de gemeente mee krijgt om het bestemmingsplan te verruimen. Met droge ogen kunnen dergelijke partijen de eigenaren van tourcaravans en chalets de camping afgooien. Veel geld verdwijnt zo uit de markt en komt niet ten goede aan het toeristische product. Allemaal een gevolg van de houding en betrokkenheid van de overige stakeholders. Gelukkig hebben de goede ontwikkelingen nog steeds de overhand. Desondanks hebben deze partijen ook een aantal kansloze campings en vakantieparken een tweede leven bezorgd. De vraag is wat er over enkele jaren van overblijft, en of het geen locaties worden met het etiket ‘Vitale Vakantieparken’.
8. De consument
Soms is men verrast als blijkt dat het rendement niet wordt gehaald of als er nog rekeningen van parklasten en beheer moeten worden betaald. Hoewel dat toch in de kleine lettertjes stond! Over kleine lettertjes gesproken, ik moet gelijk weer denken aan zo’n cowboy die een chalet verkocht voor 100.000 euro, waarbij er 25.000 euro bonus beloofd werd. Die bonus was dus mooi een sigaar uit eigen doos. Ze weten allemaal dat bij het kopen van een chalet of vakantiewoning het niet is toegestaan om er permanent te wonen. Dat de verwachtingen anders zijn door de jaren heen komt weer door de houding van de stakeholders. En de verhuur resultaten worden bij lange na niet gehaald en ook hier niet het verwachte rendement voor de consument.
En nu? Gemeente is aan zet!
In Nederland is permanent wonen in een vakantiewoning over het algemeen niet toegestaan. Vakantiewoningen zijn bedoeld voor recreatief gebruik en vallen onder een andere bestemmingscategorie dan reguliere woningen. Gemeenten hadden dit oorspronkelijk moeten handhaven om te voorkomen dat vakantieparken veranderen in permanente woonwijken. Jammer genoeg moeten wij constateren dat men de afgelopen decennia juist de andere kant op gekeken heeft. Het bleek een makkelijke oplossing voor sociale probleemgevallen aan het loket van de gemeentes, die dit gebruikten als huisvestingsoplossing. Denk aan arbeidsmigranten, alleenstaanden door scheidingen, daklozenopvang en huisvesting van mensen met een psychische aandoening die vanwege bezuinigingen op straat kwamen te staan. Tel daar de criminelen bij op die dit veelal zagen als een prachtige uitvalsbasis buiten het zicht van de normale wereld, en je krijgt het afvalputje van de gemeente.
Er zijn echter uitzonderingen mogelijk. Sommige gemeenten staan permanente bewoning van de vakantiewoning toe, ook al voldoet de woning niet aan de oorspronkelijke eisen of bestemmingsplannen. Dit beleid verschilt per gemeente, en het is voor de consument en betrokkenen een willekeur van regelgeving en toeval waarop bijna geen peil is te trekken. Hier ontbreekt het aan landelijke spelregels.
Het is belangrijk om te benadrukken dat illegale permanente bewoning kan leiden tot handhaving door de gemeente, zoals boetes of zelfs ontruiming. Maar als er jarenlang niet wordt gehandhaafd, is het kwalijk om nu ineens als een olifant door de porseleinkast te banjeren. De rekening van deze lakse houding wordt ruw doorgeschoven. Wanneer bewoners nu zouden worden uitgezet, is er geen alternatief, ook weer door het slechte, vertraagde woningbouwbeleid van gemeentes en het door de gemeente veroorzaakte probleem van te weinig arbeidsmigrantenhuisvesting.
Wij hebben de oplossing in huis!
Steeds vaker worden wij benaderd met de vraag hoe wij tegen deze problematiek aankijken. Wij hebben wel een oplossing voor kansloze parken met het etiket #VitaleVakantieparken. Maar dat betekent: een strak regime met stappen die voor alle stakeholders gaan gelden, waarmee een logische oplossing komt. Hiermee zal niet alleen permanent wonen worden tegengegaan, maar ook de uitwassen zoals criminaliteit, witwassing en andere ongewenste neveneffecten. Zo werken we naar een gezonde bedrijfstak van vakantieparken.
Wij nemen u mee door het proces van deze aanpak, waarvan gemeenten als toekomstige opdrachtgever een gedegen uitwerking zouden kunnen verlangen.
Stappenmodel: van permanent wonen naar toeristische destinatie
Toeristische bestemming: documenteren en vaststellen wat een toeristische verhuurlocatie betreft.
Bestemmingsplan: vaststellen of dit een toeristische bestemming is óf een locatie voor eigen gebruik zonder toeristische voorzieningen.
Handhaving: controle op toeristische verhuur.
Permanent gebruik: vaststellen in welke staat accommodaties en het park verkeren en de gedoogtermijn bepalen.
Tijdelijke woonvergunning: alleen persoonsgebonden voor de duur van de vastgestelde gedoogperiode.
Exit-strategie en herontwikkeling: nog voordat de gedoogtermijn van start gaat, op basis van die vaststelling een nieuw herontwikkelingsplan opstarten.
Compensatie: percentage op de eventuele toekomstige herontwikkeling als compensatie voor ‘bewoners’ en ‘eigenaren’. Men heeft geen recht op financieel rendement en/of op de opbrengst van de verkoop kavel/accommodatie, omdat men er überhaupt al niet legaal mag wonen.
Uiteraard hoort bij elke stap een zeer gedetailleerde uitwerking. Hierin worden spelregels opgenomen met KPI’s, waarop men tot een eenduidige aanpak kan komen (rekening houdend met lokale omstandigheden). Denk creatief, door bijvoorbeeld op een locatie een miniresort te ontwikkelen met lange of korte verblijfsopties voor statushouders, arbeidsmigranten, studenten of personeel. Denk niet zo krampachtig in ‘bebouwen’ op toeristische locaties als dit past in een transitie naar een nieuwe vorm van een vakantiepark.
Moderne uitvoeringen zoals een hybride vakantiepark kunnen de oplossing zijn voor probleemgevallen. Maar ook het toestaan voor een periode van vijf tot zelfs twintig jaar gedogen kan een uitkomst zijn. Echter: dan moeten er wel beheer- en spelregels gemaakt worden voor dergelijke parken om een beheersbare situatie te realiseren. Criminaliteit en andere uitwassen moeten uitgesloten worden. En als ze toch komen bovendrijven, komt de harde handhaving-hand om de hoek kijken en volgt uitzetting. Gemeenten mogen ook uit sociaal oogpunt bewoners van zo’n vakantiepark met een dergelijke gedoogconstructie niet uitzetten. Zij hebben hun rechten al verspeeld. Uiteraard wordt er alleen gedoogd met persoonsgebonden rechten, zodat na afloop de locaties vrijkomen voor nieuwe herontwikkeling.
Op al deze stappen moet regie en controle uitgevoerd worden. De rekening hiervan moet niet alleen bij de bewoners komen te liggen die in zo’n gedoogsituatie verkeren. Ook de recreatie-eigenaar heeft, net zoals de gemeente, zijn aandeel verspeeld door het maar te laten gebeuren in plaats van er een toeristische bestemming van te maken. Mocht er eventueel tóch geld overblijven uit de opbrengst van de herontwikkeling en de opbrengsten tijdens de gedoogperiode minus de ‘kosten’, dan wordt dat naar rato tussen de eventuele eigenaren en de recreatie-eigenaar verdeeld. De sleutel hiervan wordt vastgesteld door de neutrale uitvoerder.
Je begrijpt dat dit proces niet bij een van de stakeholders moet worden neergelegd (want die buitelen over elkaar heen), maar bij een onzijdige tussenpartij. Dat is ook één van de redenen dat het nog maar zo’n twintig vakantieparken is gelukt om ze weer op de rails te krijgen. De stortvloed aan problematische vakantieparken waar het toeristische perspectief ontbreekt zal de komende jaren alleen maar groter worden. Bij gebrek aan daadkracht zal de ellende verergeren en zullen er meerdere Bibob-onderzoeken volgen. De verwachting is dat er een paar honderd “probleem” gevallen de kop op steken de komende jaren.
Hans van Leeuwen
#LeisureExpert – Trendwatcher & Recreatieadviseur
Boutiquehotels hebben hun plek in de hospitalitybranche al veroverd, maar boutique vakantieparken zijn een relatief nieuw fenomeen. Wat maakt een accommodatie eigenlijk “boutique”? Hoewel er geen eenduidige definitie bestaat, wordt het vaak gekoppeld aan een combinatie van luxe, een onderscheidend karakter en een kleinschalige opzet. Soof Heuvelrug, vertaalt deze principes naar de vakantieparksector, met een nadruk op duurzaamheid.
Luxe uitstraling
Soof Heuvelrug omvat meer dan 50 eco-lodges, opgezet met een duidelijke focus op ruimtelijkheid en privacy. Ondanks de nabijheid van de A12, is het park omgeven door natuur en biedt het bezoekers rust en een hoogwaardige verblijfservaring. Bij aankomst vallen de brasserie en receptie op door hun moderne en stijlvolle ontwerp, dat een andere sfeer oproept dan het grootschalige karakter van traditionele vakantieparken.
Het gebruik van hoogwaardige materialen is in alle aspecten van het park terug te vinden. De eco-lodges zijn circulair gebouwd en voorzien van moderne voorzieningen zoals een inductiekookplaat, combi-oven en een robuuste eettafel. De natuurlijke tinten en warme uitstraling van het interieur, sluiten naadloos aan bij de omringende natuur. Deze aandacht voor detail draagt bij aan de unieke positionering van het park binnen het hogere segment. Het park heeft het interieur laten verzorgen door het bedrijf Compleet in Stijl in.
Kwalitatieve en kleinschalige faciliteiten
In tegenstelling tot de massale voorzieningen van veel grote ketens, zet Soof Heuvelrug in op kleinschaligheid en kwaliteit. De faciliteiten, zoals een speeltuin met een klimrots en een zwembad met luxe ligstoelen, zijn niet groots van opzet, maar bieden wel een hoogwaardige ervaring. De keuze voor een relatief bescheiden, maar goed uitgevoerd voorzieningenaanbod onderstreept de boutique-benadering.
De brasserie fungeert als een centrale ontmoetingsplek en biedt naast reguliere maaltijden ook concepten zoals de thema-avonden in de zomerperiode. Dit versterkt de focus op kleinschalige, kwalitatieve beleving en onderscheidt het park binnen het recreatieve landschap.
Private dining en aanvullende services
Een belangrijk onderscheidend element van Soof Heuvelrug is het aanbod van aanvullende services. Zonder de eco-lodge te verlaten, kunnen gasten gebruik maken van opties zoals een barbecue-arrangement met producten van een lokale slager of private dining verzorgd door een professionele chef. Daarnaast worden ontspanningsdiensten zoals massages, Reiki-behandelingen en andere wellness-activiteiten aangeboden. Deze services dragen bij aan de exclusieve positionering van het park, maar maken ook deel uit van een bredere trend waarin gepersonaliseerde dienstverlening een belangrijk concurrentievoordeel is.
Duurzaamheid
Duurzaamheid speelt een centrale rol in het concept van Soof Heuvelrug. De eco-lodges zijn volledig gasvrij, uitgerust met warmtepompen en zonnepanelen, en voldoen aan de hoogste energienormen (A+++). Ook het zwembad wordt duurzaam verwarmd, en het park beschikt over oplaadpunten voor elektrische voertuigen en fietsen. Dit maakt het park aantrekkelijk voor een groeiende groep reizigers die waarde hecht aan milieubewuste keuzes. Voor investeerders biedt de sterke focus op duurzaamheid daarnaast een toekomstbestendige propositie in een markt waarin ecologische verantwoordelijkheid steeds belangrijker wordt.
Alternatief
Het boutique vakantieparkconcept biedt een onderscheidend alternatief voor traditionele verblijfsaccommodaties. Waar veel vakantieparken zich richten op een brede doelgroep met grootschalige voorzieningen, biedt een boutique-aanpak meer focus op kwaliteit, kleinschaligheid en persoonlijke beleving. Bovendien combineert het de vrijheid van een vakantiepark met de exclusiviteit en sfeer van een boutiquehotel, waardoor het een interessante optie is voor zowel gezinnen als koppels.
Voor exploitanten en investeerders biedt dit model mogelijkheden om in te spelen op veranderende klantbehoeften en de toenemende vraag naar duurzame, luxe verblijfsopties. Soof Heuvelrug illustreert hoe boutique vakantieparken niet alleen aansluiten bij hedendaagse trends, maar ook een duidelijke meerwaarde kunnen bieden in een competitieve markt.