Kartfabrique’s mars vooruit

Kartfabrique groeide in 25 jaar van kartbaan tot een innovatieve multi-leisure bestemming, met het industriële pand als kompas voor alles wat je ziet en voelt. We bezochten de locatie onder de rook van Utrecht, waar je kunt karten, simracen, Prison Island spelen, lasergamen, goed eten én evenementen organiseren.

Gastvrijheid als rode draad

Vijfentwintig jaar geleden trok de geur van rubber en benzine liefhebbers naar Maarssen. Vandaag is Kartfabrique een multi-leisure bestemming waar snelheid, spel en samendoen logisch in elkaar grijpen—zonder het industriële karakter te verliezen waarmee het ooit bekend werd, aangevuld met een flinke scheut kwaliteit en gastvrijheid. Judith Peek, commercieel directeur van DeFabrique Holding, verwoordt het nuchter: “Gastvrijheid is de basis van alles wat we doen. Je moet hier een warm welkom krijgen en een compleet uitje beleven.” Die belofte stuurt keuzes in activiteiten, investeringen, horeca en communicatie.

Voormalige veevoederfabriek

Het pand bepaalt wat je ziet, hoort en voelt. “Het gebouw is het vertrekpunt, geen decor,” zegt Judith Peek. Ruwe baksteen, beton en loopbruggen zijn functioneel hergebruikt, waardoor de route vanzelf spreekt: ontvangst–briefing–kartbaan–horeca–uitrusten met zicht op de actie. Hergebruik is de kern: zalen kregen nieuwe functies zonder hun oorsprong te verliezen; meubilair is waar mogelijk tweedehands of eigen maakwerk. “We kiezen liever voor circulair en maatwerk dan voor een catalogus,” aldus Peek. Licht en materialen volgen de functie—contrastrijk bij snelheid en veiligheid, warm en ingetogen bij eten en napraten. Zo blijft de industriële ziel het kompas voor alle keuzes, nu en straks.

Kruisbestuiving met de later toegevoegde evenementenlocatie

Direct aangrenzende evenementenlocatie DeFabrique werd later toegevoegd en is nu een volwaardig verlengstuk. “We opereren los, maar werken intensief samen,” zegt Judith Peek. “Eén terrein, twee werelden: bij ons energie en spel; bij DeFabrique inhoud en ontmoeting.” Het multi-leisure voordeel: één locatie voor plenair programma, karten, Prison Island, lasergame, simracen én horeca—zodat zowel particuliere als zakelijke groepen iedereen iets passends kunnen bieden. Met het ‘pretpark’-model kies je voor volledige afhuur met één all-in prijs; activiteiten van KartFabrique worden vanuit DeFabrique bijgeboekt en gasten kunnen ter plekke spontaan kiezen. Eén factuur en één contactpunt maken het overzichtelijk voor organisatoren.

Van kartbaan naar multi-leisure, stap voor stap

De stap van kartbaan naar kwalitatieve multi-leisure was geen sprong in het duister, maar een reeks bewuste uitbreidingen. Met franchiseconcept Prison Island werd het palet in één keer veel breder: tientallen challenge-rooms waarin samenwerken, inzicht en communicatie centraal staan—ideaal voor families en vriendengroepen, maar óók voor bedrijfsfeesten, teambuilding, onboarding en sales-kick-offs. Door de jaren heen kwamen daar lasergame en simracen bij voor verschillende type gasten. “De kracht zit in een divers palet,” zegt Judith Peek. “Zowel particulieren als bedrijven vinden iets dat past—zonder concessies aan kwaliteit.”

Voorbij de F1-hype

We profiteren niet van F1-weekenden, wel van de brede populariteit van F1—als sport én als uitje. Daarom is niet alleen de content, maar onze hele bedrijfsvoering hierop ingericht: talentontwikkeling via Kinder Kart School en Race Academy, laagdrempelig plezier voor first-timers, en duidelijke veiligheid en begeleiding die vertrouwen geven. Een voorspelbaar sterke kwaliteit is de basis, van briefing tot laatste ronde, gesteund door jaarlijkse investeringen in nieuwe karts en een strak onderhoudsprogramma. Zo blijft het materiaal fris, gelijkwaardig en snel, en voelen beginners én ambitieuze rijders zich serieus genomen. Ook in training van marshals, timing en heldere banenregels blijven we doorlopend verbeteren, zodat de ervaring elke keer beter wordt. Exposure-pieken door F1 zijn mooi, maar ze zijn geen voorwaarde voor succes. “Als je de kern op orde hebt, doet een hype hooguit de deur verder open—binnen moet het kloppen,” zegt Judith Peek.

Investeren waar het telt

Kwaliteit is hier een keuze, geen kreet. “We investeren ieder jaar in nieuwe karts,” zegt Judith Peek. “Ja, dat is een flinke afschrijving, maar het hoort bij onze kwaliteitsbelofte.” De keuze voor benzinekarts is bewust—onderscheidend voor liefhebbers met een racehart—terwijl de organisatie tegelijk “heel erg bewust is van duurzaamheidsaspecten” en daar praktisch mee omgaat via hergebruik, herbestemming en andere duurzame investeringen. Zo blijft het karakter op de baan behouden en wordt achter de schermen verantwoord gewerkt.

Ondernemend

Het is een familiebedrijf met een cultuur die initiatief beloont en vakmanschap serieus neemt. “We zijn al 25 jaar een familiebedrijf waar eigen initiatief en ondernemerschap worden gewaardeerd,” zegt Judith Peek. “Je mag bij ons groeien en fouten maken hoort daarbij.” Collegialiteit en trots zijn zichtbaar in het dagelijkse samenwerken en het delen van successen. “We zijn trots op wat we doen, met en voor elkaar.” “Vrijheid gaat altijd samen met verantwoordelijkheid; op de vloer is veiligheid heilig.” Dat zorgt voor een open, lerende organisatie waarin kwaliteit voelbaar blijft voor gasten én collega’s. “We houden de lat hoog door elkaar scherp te houden en steeds een beetje beter te worden,” aldus Judith Peek.

Horeca als uithangbord

Bij veel multi-leisure locaties is horeca bijzaak; hier is het uithangbord. “De horeca is net zo belangrijk als de activiteiten—volwaardig,” benadrukt Judith Peek. Tijdens ons bezoek bleek dat in de praktijk: vlotte service, aandacht aan tafel en smakelijke producten, met zicht op de kartbaan. De industriële setting blijft voelbaar, maar voelt nergens kil—warm licht, vriendelijke bediening en een kaart die méédoet in plaats van ‘erbij hangt’. Ook hier: karakter, gastvrijheid en kwaliteit in één lijn.

Gastvrijheid vóór het bezoek

De gastvrijheid begint al online. “We hebben alles in-house—boekingssoftware, content, social-beheer,” zegt Judith Peek. “En Briq, ons boekingssysteem, werkt real-time, bijna op de seconde; dat maakt het operationeel ook makkelijker. Doordat we alles in-house houden, kunnen we de beste customer journey garanderen. We werken niet in eilandjes: operatie, marketing en sales praten met elkaar. Dat is de kracht van het familiebedrijf.” Resultaat: bedrijven stellen via een online offertetool snel scenario’s samen, consumenten weten met een paar handelingen wat ze boeken, wat het kost en wat er van hen verwacht wordt—duidelijkheid die vertrouwen geeft.

Onvergetelijke herinneringen

Alles verliep soepel, zowel vooraf als tijdens ons bezoek. Judith Peek zegt het zonder poeha: “We zijn hier al 25 jaar lang om elke dag onvergetelijke herinneringen te creëren—voor gasten én collega’s.” In de praktijk klinkt dat door in alles: hergebruikte materialen die de omgeving eigen maken, jaarlijks vernieuwde karts die prestaties voorspelbaar houden, een keuken die kwaliteit en timing snapt en communicatie die helder blijft. Je komt voor de spanning van een snelle ronde of het plezier van een slimme puzzel—en vertrekt met iets dat langer meegaat: een herinnering aan een uitje waar pandkarakter, gastvrijheid en kwaliteit overal voelbaar waren.

Als vakblad kijken we bewust óók over de grens naar inspirerende casussen—en dit verhaal speelt zich af in Frankrijk, in Vendée. Wie vandaag O’Fun Park (het vroegere Indian Forest) en zusterpark O’Gliss daar bezoekt, merkt meteen hoe de losse dagattractie is uitgegroeid tot een compacte bestemming met verblijf, horeca en een herkenbaar verhaal. “We willen het beste van Europa vertalen naar onze schaal en onze signatuur,” zegt oprichter en CEO Michaël Thibaud. “Dicht bij medewerkers én gasten blijven, luisteren, verbeteren—dát is de motor.” Thibaud lacht: “Ik ben liever op het park dan achter een bureau. Tussen de gasten en medewerkers hoor je sneller wat er echt speelt.” De dag vóór het interview kwamen we hem al tegen in het waterpark; in een simpele polo en broek was hij niet te onderscheiden van de medewerkers.

Ontstaan en versnelling

Het verhaal begint begin jaren 2000, wanneer Thibaud op 1 mei 2002 Indian Forest opent: een bosrijk avonturenpark met onder meer accrobranche en—later—de befaamde Water Jump. “We zijn klein begonnen, en elke zomer leerden we wat er beter kon,” blikt hij terug. De volgende stap volgt in 2016 met O’Gliss, het openlucht-waterpark dat in korte tijd een nationale referentie wordt. “O’Gliss is in Frankrijk een categorie op zich,” stelt hij nuchter. “We draaien in een kort seizoen, maar we hebben een product dat mensen speciaal hierheen brengt.” In 2020 wordt Indian Forest herdoopt tot O’Fun Park: dezelfde energie, scherper verhaal. “De naam O’Fun maakte de familieband zichtbaar en gaf ons ruimte om door te bouwen.”

Bundelen: O’Fun, O’Gliss, O’Tel en O’Ranch

Doorbouwen betekent hier: bundelen. Rond O’Fun en O’Gliss ontstaan O’Tel Park—een kleinschalige, in Wild West vormggegeven verblijfszone met karaktervolle lodges— en O’Ranch, een jaarrond geopend themarestaurant met live-muziek dat zowel verblijfsgasten als locals over de drempel trekt. “We willen geen gesloten all-inclusive wereld maken,” zegt Thibaud. “We zitten op vijftien minuten van het strand; gasten moeten ook de streek kunnen ontdekken. O’Tel is daarom compact en sfeervol, en O’Ranch is óók voor de buurt.” Het avondaanbod blijkt een stille versneller: gasten blijven langer hangen, de besteding spreidt over de dag, en de beleving krijgt een tweede act na park¬sluiting. “Het is eten, entertainment en merk in één,” vat Thibaud samen.

Frictie eruit: ‘scan & go’ als norm

Onder de motorkap wordt intussen heel bewust aan frictie gesleuteld—met name aan de poorten. De parken trokken het afgelopen seizoen voluit publiek en wachtrijen maakten pijnlijk duidelijk hoe belangrijk een ‘scan & go’-instroom is. “We stimuleren online reserveren,” legt Thibaud uit. “Mensen die met een ticket arriveren, willen we meteen door kunnen laten. Scannen en genieten, zoals bij O’Gliss al de standaard is.” Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt om een andere operatie: andere roosters, andere doorstroming, anders ingerichte kassa’s. “Het is veel werk in de winter, maar je voelt aan alles dat het moet.”

De stap naar één all-in prijs

Daarmee raakt hij aan de volgende stap: de omschakeling van ‘per zone of activiteit betalen’ bij O’Fun naar één all-in prijs. Thibaud is er helder over: “Het wordt full access voor het hele park: je betaalt één keer bij de ingang en daarna kun je alle activiteiten binnen doen.” Hij beseft wat dat vereist van de organisatie. “Dat verandert alles. Voor de teams op locatie wordt het niet makkelijk, maar voor de klant is het de standaard die je in attractieparken vindt. We proberen het eenvoudiger te maken voor de bezoeker—en uiteindelijk ook voor ons. We hebben de winter om dit goed voor te bereiden.” En over de economische logica is hij even open: “We weten allemaal: als je dit doet, stijgt de besteding per gast.” De keuze voor all-in is dus geen cosmetische marketing, maar een strategische ingreep die drempels wegneemt, keuze¬stress reduceert en mensen uitnodigt om langer te blijven—precies wat je wilt in een park dat draait op piek¬compacte seizoenen.

Cijfers, capaciteit en operatie

De cijfers onderstrepen die logica. De groep draait rond de twaalf à dertien miljoen euro omzet; O’Gliss is de motor met ongeveer tien miljoen, O’Fun zo’n twee en O’Tel ongeveer één—cijfers die bovendien bewegen naarmate entiteiten gefuseerd of heringericht worden. “Het wordt beter en beter,” zegt Thibaud droog. “Met full access zal O’Fun vrij gemakkelijk groeien.” Op volumekracht is O’Gliss indrukwekkend: ongeveer 250.000 bezoekers in grofweg 75 openingsdagen. “Het is een uitdagend economisch model,” zegt hij, “en binnen dat model zijn we in Frankrijk marktleider.” Zulke aantallen vragen om discipline in planning: hitteprotocollen, waterkwaliteit, EHBO, wachtrij-ontwerp en digitale sturing van dagcapaciteiten. “Je wint het aan de poort en op de vloer.”

Investeren met ritme en ruggengraat

Op het vlak van investeringen kiest O’Fun/O’Gliss voor ritme en verhaal, niet voor sprongsgewijze gokwerk. Er ligt een meerjarenlijn van vijftien jaar, waarin entree, infrastructuur en product elkaar afwisselen. “We beginnen waar het het meeste effect heeft,” zegt Thibaud. “Eerst de basis, dan de spektakelstukken.” Voor O’Fun staat een herinrichting van de Water Jump-zone, een nieuwe entree en een nieuw hoofdkantoor op de rol, gevolgd door een familie-achtbaan in 2027 en—na het verplaatsen van parkeerfuncties—ruimte voor grotere attracties vanaf 2028. In het interview valt een indicatie van honderd miljoen euro aan investeringen voor O’Fun over die periode, met de kanttekening dat de onafhankelijkheid van de groep zowel snelheid als discipline afdwingt: “We investeren uit resultaat. Een goed jaar versnelt, een minder jaar schuift door. Maar het geld gaat direct terug het park in.”

Grote investering

Die bundeling werkt ook in de markt. De internationale aandacht rond de unieke Stingray glijbanen trok veel internationale aandacht. “We zien meer buitenlandse gasten,” zegt Thibaud. De exposure helpt, maar pas echt rendeert het wanneer je product en proces aansluiten op die nieuwsgierigheid. Vandaar de nadruk op digitale voorverkoop, duidelijke proposities en naadloze instroom. “Je wilt dat mensen hier aankomen en meteen begrijpen: ik heb gekozen, ik ga naar binnen, ik heb tijd.” In die eenvoud schuilt een bredere les: complexiteit is bijna altijd intern; de gast heeft daar geen boodschap aan. Maak het simpel aan de voorkant, en bouw de complexiteit achter de schermen.

Inspireren zonder te kopiëren

Interessant is hoe O’Fun/O’Gliss inspiratie haalt uit grote Europese spelers zonder kopieergedrag. “Het is ingewikkeld ons één-op-één te vergelijken met de allergrootsten,” zegt Thibaud. “Wij nemen de beste elementen—presentatie, routing, storytelling— en passen ze toe op onze schaal.” Die houding levert rust op in een sector die vaak jaagt op symbolische projecten waar de gast wellicht niet eens op zit te wachten Een perfecte kinderzone kan net zo nieuwswaardig zijn als een megacoaster, mits je presentatie klopt, de capaciteit deugt en de communicatie het verhaal doorvertelt. Neem entree, parking en wayfinding meteen mee; zo bouw je niet aan één zomer, maar aan een bestemming die jaar na jaar beter functioneert

Autonomie met verantwoordelijkheid

Nog zo’n spanningsveld: autonomie versus schaal. Thibaud kent de voordelen van grote concerns—inkoop, kapitaal, marketing—maar hamert op ‘lokale soevereiniteit’. “In een grote groep moeten budgetten door lagen en concurreert jouw park met andere parken binnen de groep. Wij nemen beslissingen snel, dicht bij de vloer.” Het maakt verantwoordelijkheid zwaar: je kunt je niet achter een hoofdkantoor verschuilen, maar successen komen direct terug in het park. “Iedereen ziet dat een goed seizoen leidt tot tastbare verbeteringen. Dat is de beste incentive die je kunt hebben.

Aanwezig leiderschap

Het is verleidelijk om het succes van O’Gliss en O’Fun uitsluitend te koppelen aan spectaculaire attracties, maar wie een dag meeloopt, ziet een ander ankerpunt: aanwezigheid. De directie loopt mee in juli en augustus, luistert naar medewerkers en gasten, en corrigeert snel. “Je lost problemen niet op vanuit een spreadsheet,” zegt Thibaud. “Je moet ze zien, ruiken, horen.” In dat zinnetje zit misschien wel de kern van deze case: leiderschap op de werkvloer als kwaliteitsinstrument. Het voorkomt silo-denken, verkort feedbacklussen en zorgt dat ingrepen—zoals de omschakeling naar all-in—op de vloer landen.

Planning in vogelvlucht

De komende jaren schuift O’Fun zijn basis naar het niveau dat de ambities vraagt: herthematisering naar het Wild West thema van de Water Jump-zone, een nieuwe entree en voor de groep een nieuw hoofdkantoor en daarna een familie-achtbaan. De concept arts die de redactie mocht inzien, zagen er veelbelovend uit. Tussendoor blijft O’Ranch het avondanker, groeit O’Tel gecontroleerd mee, en wordt ‘scan & go’ de norm aan alle poorten. “We bouwen met snelheid in besluiten en met oor voor onze gasten,” vat Thibaud samen. “Dat is ons kompas.”

Het kompas

Aan het einde van het gesprek keert Thibaud terug naar de aanleiding van al die beweging. “We willen het mensen makkelijk maken,” zegt hij. “Online reserveren, aankomen met een ticket, scannen en gaan. Bij O’Gliss weten we hoe goed dat werkt; straks is het bij O’Fun hetzelfde.” De zin die blijft hangen is eenvoudig: “Blije gezichten aan het begin én aan het einde van de dag—dáár doe ik het voor.” Geld noemt hij “brandstof, geen doel”. Het verklaart waarom hier geen megalomane sprongen, maar consequente, mensgerichte keuzes worden gemaakt—keuzes die drempels voor de gast verlagen en de dagelijkse praktijk voor medewerkers beter maken. “Als we blijven luisteren en verbeteren, komt de rest vanzelf.”

In de Achterhoek is een nieuwe publiekstrekker geopend die alles in zich heeft om een vaste waarde te worden in de Nederlandse recreatiemarkt. BommelWereld, het nieuwste indoor themapark van Nederland, opende begin oktober officieel de deuren in Groenlo. Het project van ondernemer Edwin Bomers, bekend van Resort Marveld Recreatie, combineert nostalgie, innovatie en ondernemerschap.

Wat begon als een idee om het laagseizoen van een vakantiepark op te vullen, groeide uit tot een investering in de toekomst van dagrecreatie en een eerbetoon aan Nederlands cultureel erfgoed.

Een nieuwe dimensie voor de regio

Met de opening van BommelWereld zet Marveld Recreatie een volgende stap in de ontwikkeling van zijn aanbod. Bomers zag dat de weekenden op zijn park al jaren vol zaten, maar dat de midweken, zeker in herfst en winter, minder bezetting hadden. “We zochten iets dat de rustiger periodes zou opvullen, maar wél kwaliteit toevoegt,” vertelt bomers tijdens de feestelijke opening.

De oplossing werd gevonden in dagrecreatie. Niet zomaar een indoor speeltuin, maar een volwaardig themapark dat past bij de belevingsverwachtingen van moderne gasten. Sinds de aankondiging van BommelWereld ziet Marveld al merkbare effecten: vooral grootouders met kleinkinderen boeken vaker een midweekarrangement.

Bomers koos bewust voor volledige private financiering. “Als je subsidie nodig hebt, moet je er eigenlijk niet aan beginnen,” zei hij. Die nuchtere houding tekent zijn aanpak. Geen overheidssteun, geen concessies, maar een helder doel: een slechtweervoorziening die het hele jaar aantrekkelijk is voor bezoekers én de regio versterkt.

Van idee tot park

Het idee voor BommelWereld speelde al jaren. De directeur van Marveld wilde iets bouwen dat zijn gasten ook bij regenachtig weer zou trekken, maar wel onderscheidend genoeg was om ook nieuwe bezoekers aan te spreken. Aanvankelijk dacht hij aan een internationaal merk, maar hij koos uiteindelijk voor iets wat beter bij Nederland past: de verhalen van Marten Toonder, met Olivier B. Bommel en Tom Poes als hoofdfiguren.

Voor Bomers sloot dat thema perfect aan bij zijn visie. Het verbindt generaties, heeft een rijke culturele waarde en biedt talloze mogelijkheden voor verhalenvertelling. “Grootouders herkennen de boeken, kinderen leren de karakters nu opnieuw kennen. Dat is wat dit park uniek maakt.”

Drie bedrijven mochten een concept uitwerken; de opdracht was scherp geformuleerd. Uiteindelijk werd Jora Vision gekozen als partner, vanwege hun creatieve kracht én bouwkundige expertise. Het bureau werkte eerder aan internationale themaparken en wist het evenwicht te vinden tussen verhaallijn, esthetiek en techniek.

Symbolica als inspiratiebron

Voor de opbouw van de beleving liet Bomers zich inspireren door de Efteling-attractie Symbolica. “Ik wilde datzelfde gevoel oproepen: je ziet het kasteel al in de verte, en hoe dichter je komt, hoe indrukwekkender het wordt.”

Om dat te bereiken, zocht hij advies bij Efteling-directeur Fons Jurgens, die hem in contact bracht met Coen Bertens, voormalig operationeel directeur van het park. Bertens hielp bij de vertaalslag van idee naar ruimtelijke beleving.

Het resultaat is zichtbaar bij aankomst. Bezoekers betreden BommelWereld via de Eregalerij, een 210 meter lange route vol schilderijen, standbeelden en krantenknipsels die het verhaal van Olivier B. Bommel vertellen. De route leidt omhoog naar het kasteel en daarna weer omlaag naar de attractiehal. Een slimme oplossing, want het kasteel ligt negen meter hoger dan de rest van het park.

De galerij is niet alleen een eerbetoon, maar ook een functioneel ontwerp dat de bezoekersstroom op een natuurlijke manier begeleidt.

Naast de trap kunnen kinderen via een glijbaan naar beneden, een knipoog naar de speelse toon van het park. De entree met het kasteel als blikvanger is inmiddels een herkenningspunt geworden. Burgemeester Annette Bronsvoort noemde het tijdens de opening “een nieuwe skyline voor Groenlo”.

Beleving, techniek en duurzaamheid

Binnen biedt BommelWereld twintig attracties, verdeeld over vijf themawerelden. De Vekoma-achtbaan De BulderBaan vormt het middelpunt, omringd door attracties als De Oude Schicht, Het Klauter Magazijn en het Daverend Drakenspektakel. Alles in het park is gekoppeld aan verhalen van Marten Toonder. Via QR-codes bij elke attractie kunnen bezoekers direct de originele verhalen lezen waarop de beleving is gebaseerd.

Bij de selectie van de attracties lag de nadruk op duurzaamheid en onderhoudsgemak. Er is gekozen voor energiezuinige installaties, robuuste materialen en een indeling die de exploitatiekosten beperkt. Bomers: “We wilden iets bouwen dat niet alleen mooi is, maar ook slim in beheer.”

De capaciteit van BommelWereld is berekend op 3.000 bezoekers tegelijk, maar de directie kiest bewust voor een maximum van 1.500 à 1.600 bezoekers om wachttijden te vermijden en de kwaliteit van de ervaring te behouden.

Online tickets kosten € 26, en vanaf december kunnen bezoekers kiezen voor een jaarabonnement van € 80. Vanaf januari 2026 krijgen gasten van Resort Marveld gratis toegang, terwijl campinggasten korting ontvangen. Daarmee blijft het park stevig verbonden met de verblijfsaccommodaties in de omgeving.

De Bommelzolder: waar cultuur en recreatie samenkomen

Een van de meest opvallende onderdelen is de Bommelzolder. Verzamelaar Pim Oosterheert bracht hier zijn levenswerk onder: een unieke collectie van originele tekeningen, boeken, poppen en memorabilia van Marten Toonder. De ruimte biedt context en verdieping, en maakt BommelWereld meer dan alleen een attractiepark.

Tijdens de opening noemde Oosterheert het “een plek waar taal, tekeningen en cultuur bewaard blijven”. Zijn collectie kreeg eindelijk een vaste locatie. Hij prees Bomers voor zijn gastvrijheid en noemde hem “de tweede gastheer van stand van het land”.

Het museumdeel zorgt ervoor dat BommelWereld ook interessant is voor scholen en groepen die educatie willen combineren met recreatie, een vorm van edutainment die in de sector steeds belangrijker wordt.

Opening met betekenis

De officiële opening vond plaats op 3 oktober. Een dag eerder kregen vakmedia en influencers een preview, in de middag volgde de ceremonie voor betrokkenen en partners en ’s avonds konden de medewerkers met hun gezinnen het park ontdekken.

De openingsdag bracht niet alleen feest, maar ook reflectie. Goof Lukken, lector Leisure & Events aan Breda University of Applied Sciences, wees erop dat Nederland al een van de hoogste attractiedichtheden ter wereld heeft. Toch ziet hij in BommelWereld iets unieks. “Dit is geen indoor speeltuin, maar een indoor themapark van een ander niveau. Het is een bestemming op zich.”

Ook Willem Veldkamp van de Toonder Company benadrukte de culturele waarde. “Dit plan begon tien jaar geleden en heeft acht jaar geleden zijn weg gevonden naar onze familie. Wat hier staat, doet recht aan het erfgoed van Marten Toonder.”

Burgemeester Bronsvoort noemde BommelWereld “een verrijking voor Oost-Nederland”, zowel economisch als toeristisch. “Het creëert banen, trekt nieuwe bezoekers en versterkt de aantrekkingskracht van de regio.”

Een voorbeeld van Achterhoeks ondernemerschap

Wat BommelWereld onderscheidt, is de manier waarop het tot stand kwam. Zonder ketens, investeerders of subsidie wist Bomers een park van nationale betekenis te realiseren. Zijn aanpak toont wat mogelijk is wanneer visie, lef en vakmanschap samenkomen.

Hij noemt het zelf “de bommelse manier van management”: vertrouwen op mensen, ruimte geven aan experts en vasthouden aan een lange termijnvisie. Het resultaat is een park dat in alle opzichten doordacht is, van routing tot horeca, van inrichting tot onderhoud.

Het project heeft bovendien een duidelijke regionale functie. Het verbindt verblijfs- en dagrecreatie, vergroot de aantrekkingskracht van de Achterhoek en zorgt voor spreiding van toerisme. De verwachting is dat BommelWereld in het eerste jaar 100.000 bezoekers zal trekken, een ambitie die volgens kenners haalbaar is gezien de ligging en doelgroep.

Blik op de toekomst

Hoewel BommelWereld pas net geopend is, kijkt Bomers al vooruit. Er is nog 1.500 vierkante meter ruimte vrij voor toekomstige uitbreiding, en een complete darkride ligt al klaar in opslag. Ook is het park voorbereid op evenementen en zakelijke bijeenkomsten: de aanwezige theaterzaal kan gebruikt worden voor presentaties en besloten bijeenkomsten.

Daarnaast richt de marketing zich nadrukkelijk op de Duitse markt. De website is drietalig en de ligging vlak bij de grens maakt BommelWereld aantrekkelijk voor dagtoeristen uit Noordrijn-Westfalen. Daarmee positioneert het park zich niet alleen als regionale speler, maar als grensoverschrijdende bestemming.

Een park met een verhaal

BommelWereld bewijst dat recreatie en cultuur elkaar kunnen versterken. Waar veel nieuwe initiatieven vooral inzetten op spektakel of IP-licenties, kiest Bomers voor een thema dat generaties verbindt en herkenning oproept. De verhalen van Marten Toonder worden op een nieuwe manier beleefbaar gemaakt, zonder hun karakter te verliezen.

Voor de sector is het een interessant voorbeeld van hoe storytelling, erfgoed en ondernemerschap samen een duurzame propositie vormen. Niet alleen een park om te bezoeken, maar ook een case die laat zien hoe Nederlandse leisurebedrijven zich kunnen onderscheiden.

Een blijvende erfenis

Met de opening van BommelWereld heeft de Achterhoek er een toeristische trekker bij die past bij het DNA van de regio: nuchter, kwalitatief en met liefde voor vakmanschap. Het project versterkt niet alleen Resort Marveld, maar ook het bredere toeristische netwerk van Oost-Nederland.

Bomers zelf kijkt met voldoening terug: “Ik had ook een tweede vakantiepark kunnen bouwen, maar dit heeft me veel meer geleerd. Ik weet nu hoe je een themapark bouwt. Van de theekopjes tot de achtbaan, ik heb alles zelf meegemaakt.”

Een uitspraak die samenvat waar BommelWereld voor staat: durf, visie en een vleugje verbeelding.

Of, zoals Olivier B. Bommel het zou zeggen: “Als je begrijpt wat ik bedoel.”

Wie anno 2025 ergens een recreatief verblijf boekt, vult vooraf allerlei informatie in. Soms uiterst minimaal, soms overdadig, maar altijd onmisbaar. Toch valt het me op dat deze informatie maar mondjesmaat wordt gebruikt om de gastbeleving écht naar een hoger niveau te tillen, en daarmee loopt de bestemming potentiële omzet mis!

Deze ‘pre-aankomst-communicatie’ is dus voor recreatieondernemers tegenwoordig onmisbaar. Maar alleen gegevens verzamelen voor de boeking en administratieve afhandeling, daarmee laat je zoveel kansen liggen. Oké, soms wordt er wel gevraagd om praktische zaken, zoals een kenteken of een kinderstoel, maar dat zijn meestal de enige aanvullende gegevens die gevraagd worden.

Volgens de wet

De vooraf ingevulde gegevens zijn handig om gasten te kunnen identificeren bij een overnachting in een hotel, B&B, camping of andere commerciële verblijfsaccommodatie. Dit is zelfs vastgelegd in de Wet op de identificatieplicht, maar dit wordt zelden tot nooit toegepast! Hierover had ik onlangs zelfs nog een heftig gesprek met de projectleider van de Stadscamping Rotterdam. Hij vond het maar een belachelijke situatie dat er in ons land totaal niet naar wordt gehandeld. Dit zal ongetwijfeld een thema kunnen worden in de toekomst?

Over verlichte registers en administratie gesproken: de Toeristenregistratieplicht (vastgelegd in gemeentelijke verordeningen en de Wet op de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens) zijn accommodaties verplicht een nachtregister bij te houden met naam, adres, woonplaats, en vaak het documentnummer van je ID. Interessante materie, waar veel mensen te weinig van weten. Tijdens één van de komende kennistafels van het Vakantiehuis van de Toekomst beslist een thema.

‘Voorprettest’

Enfin, terug naar hoe weinig er wordt gedaan met de vooraf ingevulde informatie. Naast mijn eigen ervaringen op onder andere Hof van Saksen, De Krim, Eiland van Maurik en Strandcamping Duinoord, ben ik ook bijgepraat door mijn kinderen over hoe zij de pre-aankomst-processen hebben ervaren bij diverse overnachtingen in Nederland. Denk aan Van der Valk Hotel Emmen, Landal De Lommerbergen, Summio Parc Heihaas, Camping De Waay, Vakantiepark Mölke, Buitengoed de Boomgaard, Roompot Beach Resort Nieuwvliet-Bad, Familie Resort Molenwaard en Recreatiepark Den Blanken.

Slechts twee voorbeelden komen door de ‘Voorprettest’ van mijn kleinkinderen, waarbij mascottes Fien & Teun ‘zelf’ vooraf een e-mail sturen. Niet alleen leuk voor de kinderen, maar commercieel ook slim. Hierin kwam namelijk de mogelijkheid naar voren om te reserveren in één van de restaurants, of voor een ontbijt. Daar zit natuurlijk een prima verleiding in, omdat niet alleen Fien & Teun, maar ook de schapenfiguren Mike & Molly hoogstpersoonlijk aan tafel kwamen. Nou… dat moment wil je je kleinkinderen niet onthouden! Het andere was een kleurboekje, dat door Summio voor het verblijf aan de kinderen wordt gestuurd. Dat overkwam ons trouwens ooit ook bij Safari Resort Beekse Bergen, waar we een kleurplaat en plakplaatjes van allerlei dieren kregen. Voorprettest geslaagd!

Hoe leuk deze paar bedrijven het ook deden, het maakt ook pijnlijk duidelijk dat het bij zoveel ándere plekken eraan schort. Het roept de vraag op: waarom verzamelen we zoveel gastdata, maar benutten zo weinig partijen deze informatie om de gastbeleving vóór aankomst nog verder te optimaliseren en het vakantieplezier te verbeteren?

Wij putten uit een jaar lang intensieve vakantie-ervaringen in Nederland en daarbuiten, waarbij ik als trendwatcher én als grootouder nauw heb gekeken naar de wensen en verwachtingen van verschillende gezinnen tijdens hun vakantie. Wat ik raar vind, is dat ik bij ‘onze’ parken nooit vooraf een persoonlijke of bijzondere benadering of verzoek vooraf heb gekregen, die mij helpt om nog meer in de vakantiesfeer te komen. Dat was in Edinburgh wel anders!


Onderwerp: Edinburgh cycle tour

Hi Hans, 

Many thanks for booking our cycle tour on 16th August 9.30am. I see 2 x adult tickets. 

I like to be super organised, so if you can tell me the heights and ages of the riders, I will then prepare the best fitting bike for you so they are ready for you when you arrive at our meeting location of: Bridgend Farmhouse – Edinburgh.


Wat een verschil, toch? Maar men vergeet erbij te vragen of wij een lunch willen bestellen tijdens de pauze met wijn arrangement of biertje en of wij ook allergieën hebben? En wij zouden nu al een groepsfoto kunnen bestellen van onze tour an zee bij Portobello Beach. Wat me hierbij vooral opvalt, is dat het klassieke denken in doelgroepen en leefstijlen steeds minder relevant wordt. Gasten verwachten tegenwoordig een veel persoonlijkere benadering en maatwerk, één-op-één afgestemd op hun unieke wensen en behoeften. Het draait niet langer om standaardprofielen, maar om individuele ervaringen en aandacht. De standaard aankomst-e-mails van ketens als Landal, Roompot en Dormio zijn nagenoeg allemaal gestandaardiseerd. Dat komt omdat men een generieke marketingoplossing heeft gekozen over alle vakantieparken heen, en niet per locatie met een enkele uitzonderingen hier en daar. Wie als lokaal vakantiepark zijn ‘eigen’ geluid wil laten horen, wordt teruggefloten. Het moet allemaal wel binnen de standaard passen…

Pak die kansen!

Het is duidelijk: we moeten veel meer doen met vooraf ingevulde informatie. Zorg dat een gast zich persoonlijk welkom geheten voelt, en voer niet alleen het hoognodige uit met deze informatie. Verras! Verwonder! Stel gasten op de hoogte van een mogelijk persoonlijk bezoekplan. En contacteer ook de héle groep in plaats van een enkele hoofdboeker. Meer hierover leest u in het stuk ‘Stop met het aanschrijven van die éne hoofdboeker!’.

Allemaal te veel werk? Welnee. Met technische innovaties kan tegenwoordig zó enorm veel! Meer hierover leest u in het artikel ‘Met technische innovaties als AI ben je persoonlijker dan ooit’, en uiteraard bent u van harte welkom bij de Kennistafel over pre-arrivals. (volgende nummer in RecreatiefTotaal)

Bent u er ook bij?

Meer informatie over het vooraf invullen van gastgegevens en daarmee de beleving én omzet vergroten vindt u bij alweer de derde toegespitste Kennistafel: ‘Inchecken zonder receptie wint terrein, ook bij u?’.

Waar & wanneer:

‘Receptie- en contactloze service: inchecken zonder receptie wint terrein, ook bij u?’

Datum: Dinsdag 7 oktober 2025
Locatie: Safari Hotel Beekse Bergen
Tijd: 12.30 – 18.00 uur

www.vakantiehuisvandetoekomst.nl

Peter van der Schans is een bekende naam in de Europese vrijetijdssector. Na een veelzijdige loopbaan bij parken als Toverland, Keukenhof en Pathé, bekleedt hij nu de rol van Vice President EMEA bij IAAPA, de internationale branchevereniging voor attractieparken en verwante sectoren. In dit openhartige interview blikken we met hem terug op zijn carrière, bespreken we de actuele uitdagingen in de sector en kijken we vooruit naar wat de toekomst brengt. Een gesprek over duurzaamheid, diversiteit, innovatie, groei en de onverminderde magie van pretparken.

Van attractiemedewerker tot internationale spil: hoe zag jouw carrièrepad eruit?

“Ik begon als zestienjarige bij Six Flags Holland. Het was een eerste kennismaking met de branche, en ik wist meteen: dit is een wereld waar ik me thuis voel. Daarna volgde een leerzame stage bij Disney, die me voor het eerst een kijkje gaf in hoe grootschalige en professionele pretparkoperaties werken. Vervolgens werkte ik bij Slagharen, Keukenhof, Toverland, Pathé en Dierenrijk. Elk van die plekken had z’n eigen dynamiek. Vooral Toverland was een enorme leerschool. Toen ik daar begon, hadden ze twee hallen en een houten achtbaan. Later maakten we de uitbreiding met de Magische Vallei mee. Dat project veranderde alles: van bezoekersstromen en horeca tot de hele routing in het park. Het liet me zien hoe groot de impact van één investering kan zijn en hoe belangrijk het is dat een organisatie daar klaar voor is.

Wat zijn de belangrijkste lessen die je hebt meegenomen uit al die verschillende functies?

“Wat je leert is dat elk bedrijf z’n eigen tempo, cultuur en uitdagingen heeft, maar dat er ook universele lessen zijn. Toverland leerde me hoe visie vertaald wordt naar concrete groei. Keukenhof liet me zien hoe je een organisatie runt die alleen een paar maanden per jaar operationeel is, met extreme pieken in bezoekersaantallen. Dat is een vak apart. Bij Pathé leerde ik juist weer veel over leiderschap in een strak georganiseerde corporate omgeving, met veel aandacht voor cijfers, processen en resultaatgericht werken. Toch komt het allemaal neer op hetzelfde: mensen een geweldige beleving bieden. Daar zit de verbindende factor. Je moet daarnaast als professional ook flexibel zijn: elk park of bedrijf is anders, en dat betekent telkens schakelen in stijl, communicatie en aanpak. Die flexibiliteit heeft me geholpen om in mijn huidige rol snel te kunnen schakelen tussen leden uit heel verschillende contexten.”

Wat bracht je ertoe om de overstap naar IAAPA te maken?

“Ik was niet actief op zoek naar een nieuwe baan, maar toen ik zag dat mijn voorganger bij IAAPA promotie had gemaakt, raakte ik geïnteresseerd. We hadden af en toe contact in het verleden. Ik stuurde hem een bericht om te vragen of de functie ook vanuit Nederland uit te voeren was. Toen hij bevestigde dat dat prima kon, begon het te kriebelen. Hoewel ik twijfelde of ik kans zou maken – het is tenslotte een rol voor de hele EMEA-regio – trok het me enorm. Ik heb een brede achtergrond in verschillende soorten leisure en dat bleek juist een voordeel. Na een sollicitatieproces van zes maanden bleek het gelukkig een goede match. Wat me vooral aantrok, was het internationale karakter, de verbindende rol en het feit dat je écht een verschil kunt maken door de juiste mensen en kennis bij elkaar te brengen.”

Hoe verschilt werken voor een branchevereniging van de operationele posities die je hiervoor had?

“Het verschil is groot. In mijn vorige functies had ik directe invloed op operatie en resultaat. Bij IAAPA run ik geen park, we hebben geen eigen bezoekers, geen eigen attracties. Alles wat we doen is faciliterend: we verbinden leden, delen kennis, organiseren events, lobbyen namens de branche. Je werkt meer als katalysator dan als uitvoerder. Dat vraagt een andere mindset, maar het maakt het werk ook strategisch en veelzijdig. Het mooie is dat we echt iets kunnen betekenen voor de sector als geheel. Ik spreek dagelijks mensen uit tientallen landen, met verschillende uitdagingen, en probeer te helpen om die uitdagingen aan te pakken of beter te begrijpen. De impact is misschien minder direct, maar daardoor niet minder waardevol.”

Wat is volgens jou de kernmissie van IAAPA, en hoe breng je die in de praktijk?

“Onze missie is simpel gezegd: de attractie-industrie elke dag een beetje beter maken. Dat doen we op allerlei manieren. We brengen mensen bij elkaar op evenementen, we faciliteren kennisdeling via whitepapers, werkgroepen en webinars. We doen onderzoek naar trends, signaleren risico’s en kansen en we vertegenwoordigen de sector bij overheden. Als leden ons bellen met een vraag, dan hebben we niet altijd zelf het antwoord, maar we kennen vaak wél iemand binnen het netwerk die dat wel heeft. Wij zijn de spin in het web. Ik zie ons werk als een manier om de gezamenlijke kennis van de branche toegankelijk te maken voor iedereen – van startende ondernemers tot multinationals. En dat doen we op een manier die persoonlijk en betrokken is. Want IAAPA is bovenal een community, en daar voel ik me elke dag verantwoordelijk voor.”

Leden van IAAPA: van Disney tot zelfstandige ondernemers. Wat heeft een kleine partij eraan?

Peter: “Juist voor kleinere partijen is IAAPA van grote waarde. Wij hebben geen ondergrens qua bezoekersaantallen, zoals bijvoorbeeld de Club van Elf in Nederland. Kleine parken, start-ups of zelfs individuele ondernemers kunnen veel halen uit het netwerk dat IAAPA biedt. Denk aan toegang tot kennis, trainingen, best practices van grote spelers zoals Disney of Merlin. Maar ook aan praktische tools: onze Safety Committee deelt jaarlijks aanbevelingen, bijvoorbeeld over technische veiligheid, die direct toepasbaar zijn in kleinere operaties. En het mooie is: grote bedrijven delen die kennis graag, omdat zij ooit ook klein begonnen. De bereidheid om elkaar te helpen is groot.”

En hoe zit het met andere disciplines, zoals marketing of finance?

“Marketing is absoluut een kerngebied binnen IAAPA. Veel van onze sessies tijdens evenementen gaan juist over merkbeleving, doelgroepbenadering, storytelling en prijsstrategieën. Finance ligt wat ingewikkelder door mededingingsregels – we mogen geen cijfers delen die concurrentiegevoelig zijn – maar zelfs daar organiseren we sessies over bijvoorbeeld investeringslogica of ROI op attracties. HR, operations, techniek, management: eigenlijk elke discipline binnen een leisurebedrijf vindt iets binnen ons aanbod. Onze exposanten bieden daarnaast ook veel innovatie op technologisch vlak, wat weer interessant is voor IT-managers en ontwikkelaars.”

Hoe belangrijk is duurzaamheid binnen IAAPA?

“Duurzaamheid is een van de kernprioriteiten. We hebben iemand in dienst die zich fulltime bezighoudt met dit onderwerp en zijn al jaren actief met een eigen Sustainability Day tijdens de Expo Europe. We hebben een Sustainability Committee opgericht die werkt aan een jaarlijks whitepaper, waarin concrete aanbevelingen en innovaties staan. Denk aan energiebesparing, circulair bouwen, watergebruik, maar ook personeelsbeleid en mobiliteit van bezoekers. We zien dat leden – van groot tot klein – hier steeds meer behoefte aan hebben. Er zijn al hele mooie initiatieven, bijvoorbeeld vleesvrije beursdagen, afvalscheiding op grote schaal of CO₂-compensatieprogramma’s.”

Hoe verhoudt duurzaamheid zich tot bezoekersgedrag?

“Bezoekers kiezen niet per se een park omdat het duurzaam is, maar als je het niet serieus neemt, kan het ze wél tegenhouden om te komen. De jongere generaties zijn daar veel gevoeliger voor. Ze willen weten hoe jij als bedrijf omgaat met de planeet. Daarbij komt: duurzaamheid bespaart ook kosten. Zonnepanelen, waterhergebruik, slimme verlichting – het helpt je bottom line. Maar belangrijker is dat duurzaamheid geen trend is; het is een randvoorwaarde geworden. De sector moet hier stappen blijven zetten om relevant en verantwoordelijk te blijven.”

Jullie breiden met het nieuwe kantoor Dubai uit naar het Midden-Oosten. Hoe zie je die ontwikkeling?

“Die groei is enorm. In landen als Saudi-Arabië, de Emiraten en Qatar zie je nu investeringen op een schaal die we niet eerder ergens zagen. Er worden compleet nieuwe steden gebouwd, inclusief pretparken, musea, resorts. Wij hebben daar nu een kantoor geopend omdat de vraag zo groot werd. Tegelijkertijd willen we zorgen dat die groei op een verantwoorde manier gebeurt. Dus we focussen op educatie, training, het opbouwen van lokale netwerken. En ja, daar hoort ook bij dat we gesprekken voeren over culturele verschillen, veiligheid en inclusiviteit. Het is een regio vol potentie, maar ook vol nuance.”

Is er een spanningsveld tussen de IAAPA-waarden en mensenrechten of diversiteit in bepaalde regio’s?

“Ja, dat spanningsveld bestaat zeker, en we gaan die gesprekken niet uit de weg. Wanneer we actief zijn in regio’s waar andere normen gelden op het gebied van mensenrechten of inclusiviteit, proberen we juist bruggen te bouwen. Een goed voorbeeld is onze eerste summit in Saoedi-Arabië. We hebben daar vooraf uitgebreid gesproken met de organisatie over onze waarden: iedereen moet zich welkom en veilig voelen, ongeacht afkomst, gender of overtuiging.

De reactie was positief. Het zijn kleine stappen, maar ik geloof dat onze aanwezigheid en dialoog iets kan bijdragen aan positieve verandering. We sluiten geen regio uit, maar we gaan ook niet klakkeloos mee – we zoeken altijd het gesprek.”

De branche verandert. Wat zie jij als grote ontwikkeling, zoals ketenvorming?

“Ketenvorming is absoluut een van de grootste trends van de afgelopen jaren. Grote spelers als Merlin, Parques Reunidos of Looping Group breiden hun portfolio steeds verder uit. Dat heeft voordelen: schaalgrootte, uniforme kwaliteitsstandaarden, investeringskracht. Maar er schuilt ook nadeel in: minder diversiteit, minder lokaal ondernemerschap, en mogelijk minder ruimte voor unieke verhalen of experimenten. Wat je nu ziet is dat sommige groepen ook weer parken afstoten die niet goed passen binnen hun strategie. Dat biedt kansen voor nieuwe ondernemers om in te stappen. De markt blijft in beweging – en dat is maar goed ook.”

Welke groeimarkten zie jij voor de toekomst?

“Binnen Europa zie ik vooral potentie in Oost-Europa, de Balkan, delen van Turkije. Daar ontwikkelt de middenklasse zich snel en groeit de vraag naar binnenlandse vrijetijdsbesteding. Buiten Europa zijn het Midden-Oosten en delen van Noord-Afrika interessant. Daar wordt leisure letterlijk gezien als een bouwsteen voor economische ontwikkeling en toerisme. Als IAAPA kijken we ook actief naar die gebieden. Maar zelfs in West-Europa is er nog groei mogelijk – niet per se in aantal parken, maar in kwaliteit, diversificatie van aanbod en het aantrekken van doelgroepen die nu nog ondervertegenwoordigd zijn.”

Wat zijn volgens jou de grootste bedreigingen voor de sector, in de meest brede zin. Dus van camping tot pretpark en festival?

“Klimaatverandering is absoluut een van de grootste. Extreme hitte, zware regenval, onvoorspelbare seizoenen – dat maakt plannen lastiger. Parken moeten daar steeds meer op voorbereid zijn. Daarin kunnen we wat leren van het Midden-Oosten, omdat men daar al heel lang is gewend om met hitte te werken en dus ook de bezoekerservaring daarop aan te passen.

Wat zou je graag als jouw nalatenschap zien binnen IAAPA?

“Ik hoop dat mensen over tien jaar zeggen: Peter heeft met zijn team de EMEA-regio van IAAPA toegankelijker en zichtbaarder gemaakt. Dat hij niet alleen heeft uitgebreid naar nieuwe markten zoals het Midden-Oosten en Afrika, maar ook Europa sterker verbonden heeft. Ik wil dat leden het gevoel hebben dat ze gehoord worden, dat hun uitdagingen serieus worden genomen, en dat IAAPA hen echt verder heeft geholpen. Of dat nou was door een goede sessie op een beurs, een contact dat tot samenwerking leidde, of een inzicht dat hun bedrijf verbeterde. Dáár doe ik het voor.”

Laten we afsluiten op een persoonlijke noot: wat is jouw mooiste pretparkherinnering?

“Er schiet me meteen één moment te binnen. Ik was een jaar of elf en mijn moeder gaf me een envelop met het verzoek deze op de bus te doen. Toen ik vroeg wat het was, zei ze: ‘Als je dat doet, gaan we naar Disneyland Parijs.’ Ik kan je niet uitleggen hoeveel impact dat op me had. De opwinding, het vooruitzicht, het gevoel van magie. Ik heb de folder van die reis nog steeds. Misschien is dat wel het moment waarop mijn liefde voor deze sector is begonnen. Het laat ook zien waar het uiteindelijk allemaal om draait: verwondering, emotie, herinneringen maken.”

Wie de naam Wouter Dekkers googelt, stuit niet op een CEO die zich verschuilt achter spreadsheets of zich ophoudt in marmeren hoofdkantoren. Dekkers is van de cijfers, maar net zo goed van de mensen. Van de lastige beslissingen én de kleine, vaak onzichtbare schakels die een park maken of breken. We hebben het er allemaal over wanneer we hem spreken in Amsterdam.

In de wereld van Europese leisure sector is hij geen onbekende: Walibi Holland, Movie Park Germany, Slagharen, Tropical Islands — allemaal parken waar hij zijn stempel drukte op uitdagende dossiers en groeiprocessen. Sinds april 2024 geeft hij leiding aan Momentum Leisure: een organisatie die zich in Centraal-Europa in rap tempo ontwikkelt tot een serieuze regionale speler.

De kiem voor Momentum werd gelegd in 2008, lang voordat Oost-Europa als groeimarkt voor gezinsrecreatie serieus op de kaart stond. Oprichter Martijn van Rheenen zag het potentieel van een Poolse middenklasse in opkomst en investeerde in grondposities op plekken waar infrastructuur, koopkracht en bereikbaarheid gunstig leken te worden. Zo werd in Kownaty, tussen Berlijn en Poznań, de basis gelegd voor wat nu de eerste schakel is in een netwerk van gezinsparken. In 2014 volgde een samenwerking met Studio 100, de Belgische entertainmentgroep die de iconische figuren Maya de Bij, Wickie de Viking en Bumba groot maakte. De keuze voor bekende Intellectual Properties (IP’s) was geen toeval: voor een publiek dat geen traditie had van dagjes pretpark, vormde herkenbaarheid een vliegwiel.

Drie parken in Polen

Vandaag de dag zijn er drie parken operationeel in Polen, verspreid over Kownaty, Warschau en Gdańsk. Alle parken dragen de naam Majaland. Het vierde park is in ontwikkeling in Gliwice, Zuid-Polen, nabij Katowice, en moet de geografische ‘ruit’ compleet maken. “Polen is een enorm land; je kunt niet alles vanuit één locatie bedienen,” zegt Dekkers. “Maar met vier parken kunnen we onze marketing effectiever inzetten, de naamsbekendheid versterken en leren van elkaars operatie. Die spreiding maakt ons minder kwetsbaar en geeft ons bovendien schaalvoordelen, bijvoorbeeld in gezamenlijke inkoop of de ontwikkeling van nieuwe attracties.”

Toch is het pad naar een stabiel cluster van parken niet vanzelfsprekend. Er ligt geen blauwdruk die zich zonder slag of stoot laat kopiëren. “We pionieren. De Poolse Leisuremarkt is jong; het idee van een attractiepark zoals wij dat in Nederland kennen, is voor veel gezinnen nog relatief nieuw. We zijn een generatie aan het opvoeden in wat dagrecreatie kan zijn: een veilige, verzorgde omgeving met een herkenbaar verhaal, niet een wild bij elkaar geraapt kermisveld. Daar hoort service bij, onderhoud, thematisering — dingen die in West-Europa vanzelfsprekend zijn, maar die hier nog niet overal standaard zijn.”

Pragmatische aanpak

Wat hem helpt, is zijn pragmatische financiële achtergrond. Na de middelbare school werkte Dekkers acht jaar in de accountancy. “Het klinkt saai, maar dat was de beste leerschool die ik had kunnen hebben. Cijfers liegen niet. In Leisure ben je al snel geneigd te dromen — en dat moet ook, want beleving is emotie. Maar als de exploitatie niet klopt, is het luchtfietserij. Boekhouding is geen doel op zich; het is de basis waarmee je snapt welke knoppen je kunt draaien.”

Die benadering heeft hij op meerdere plekken toegepast. Bij Movie Park Germany kwam hij in een park terecht dat in een neerwaartse spiraal zat. “De vraag was toen letterlijk: gaan we het weer opbouwen of gooien we het dicht? Het werd een kwestie van slimme investeringen. Niet alles in één keer vernieuwen, maar kijken hoe je met een beperkt budget impact kunt maken. Dat werd bijvoorbeeld Van Helsing’s Factory: een attractie die thematisch sterk was, maar niet belachelijk duur. Dat is een aanpak die ik overal heb meegenomen: durf keuzes te maken die realistisch zijn.”

Datzelfde geldt voor Slagharen, waar hij kritisch keek naar de staat van de verblijfsrecreatie en de prijspropositie. “Slagharen had een prachtige historie, maar het was in de loop der jaren verworden tot een park waar je vooral met kortingskaarten heen ging. We hebben daar verblijfsaccommodatie vernieuwd, achtbaan Gold Rush en een waterpark neergezet — en je zag meteen dat mensen langer bleven, meer besteedden en vooral dat het park weer als waardevol werd gezien.”

De stap naar Tropical Islands

Waar Wouter bij onder andere Walibi, Slagharen en Movie Park, en later ook nog als Corporate Development Director van Parques Reunidos alle kanten van de branche leerde kennen, was zijn ervaring bij Tropical Islands in Duitsland goud waard. Bij dit gigantische indoor tropisch zwemparadijs en vakantiepark was alles extreem en groot. “De locatie was extreem uitdagend, want het bracht de elementen overnachten, waterpark, mechanische attracties en de uitdagingen van een oud en slecht geïsoleerd pand samen. Alle ervaring uit Walibi, Movie Park Germany en Slagharen bracht ik hier samen. Hierna ben ik bij Parques Reunidos — waar Slagharen, Movie Park Germany en Tropical Islands onder vielen — op het hoofdkantoor gaan werken. En dat voelde bij zo’n grote organisatie toch als te veel afstand tot de operatie in de parken.”

Ver weg, maar toch dichtbij

Wie denkt dat Dekkers alleen vanuit spreadsheets praat, vergist zich. Juist in zijn verhalen is zijn aandacht voor mensen bijna tastbaar. “Ik geloof niet in een hoofdkantoor dat alles dicteert. Wij zitten als directieteam in Nederland, maar we zijn minstens twee keer per maand in Polen. Niet om met rapportages te zwaaien, maar om met teams te praten, te zien hoe het echt gaat. Je hoort dingen die je in een PowerPoint nooit terugziet. En je bouwt vertrouwen op. Dat geldt zowel voor de medewerkers als voor de gasten.”

Dat vertrouwen is in Polen extra belangrijk. De concurrentie groeit. Polen kent weliswaar geen overvolle leisuremarkt zoals Nederland of België, maar de laatste jaren investeren ook andere partijen in nieuwe concepten. Poolse gezinnen hebben bovendien een groeiende keuze uit stedentrips, winkelcentra met entertainment en betaalbare vliegvakanties. “We moeten ons bewijzen. Je wint het hier niet met een standaard ‘achtbaan plus friet’. We investeren in IP, in kwaliteit, in het trainen van ons personeel. En we luisteren. Als iets niet werkt, moet je de moed hebben om het te veranderen.”

Financiering

Een interessant aspect is dat Momentum Leisure de eerste drie parken volledig uit eigen vermogen heeft betaald, zonder bancaire financiering. “Dat is uniek. Onze 380 certificaathouders zijn ondernemers en investeerders die geloven in tastbare assets. Maar je moet dat vertrouwen wel terugbetalen met rendement. Daarom is een heldere exploitatie zo belangrijk. We zijn nu aan in de afrondende fase van de financiering van het vierde park. Alleen eigen geld is niet meer haalbaar als je verder wilt opschalen. Maar de basis blijft: het moet solide zijn.”

De stap naar Roemenië

Naast Polen schuift Roemenië naar voren als volgende groeimarkt. Het land kent een groeiende middenklasse en een beperkt leisure-aanbod. Momentum heeft al een grondpositie naast een groot succesvol outletcentrum bij Boekarest. “Roemenië is waar Polen een aantal jaren geleden stond. Mensen hebben meer te besteden, ze willen kwaliteit, maar het aanbod is versnipperd. Lokale stadsparken met een reuzenrad en een schommelschip, dat is het wel. Een compleet familiepark met IP, verblijf en beleving is er niet. Daar ligt onze kans.”

Risico’s in Oost-Europa

Natuurlijk is pionieren in Oost-Europa niet zonder uitdagingen. De oorlog in Oekraïne, economische schommelingen, geopolitieke spanningen — het zijn geen kleine zaken. Dekkers is daar helder over: “Je volgt het, je rekent scenario’s door, je dekt risico’s af waar het kan. Maar je mag je niet verlammen. Het grootste risico is geen plan hebben. Polen is EU-lid, de regelgeving is streng, in veel opzichten strikter dan hier. De steden zijn vaak modern, de infrastructuur is goed. Natuurlijk zijn er onzekerheden, maar dat geldt overal.”

Naar 400.000 bezoekers per park

De strategische focus blijft ongewijzigd: gezinnen met kinderen tot twaalf jaar. “We gaan niet ineens op tieners mikken omdat dat hip lijkt. In de praktijk zie je dat parken dan hun kernpubliek verliezen. We willen juist herkenbaar zijn: een veilige, schone, vriendelijke omgeving waar kinderen zich kunnen uitleven. Met IP-karakters die aanslaan, thematisering die klopt en voorzieningen die gezinnen waarderen. Dat is ons fundament.”

Op termijn wil Momentum Leisure doorgroeien naar een portfolio dat stabiel 300.000 tot 400.000 bezoekers per park per jaar trekt. “Dat is realistisch. Dan kom je uit op een groep die qua omvang vergelijkbaar is met een middelgroot park in West-Europa, maar dan verspreid over vier locaties. We spreiden het risico, leren van elkaar en kunnen schaalvoordelen benutten. Dat maakt ons robuuster. We zitten op dit moment nog niet op target per park, maar ik voorzie dat we het echt wel gaan halen.”

Nieuw IP

Een heet hangijzer is de naam. “De naam Majaland is ooit gekozen vanuit de kracht van Maya de Bij, maar we werken inmiddels ook met Nickelodeon en bijvoorbeeld de Smurfen. Die naam dekt de lading al lang niet meer. We kijken nu wat een goede overkoepelende merknaam zou zijn. Het klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Het moet juridisch kloppen, cultureel passen en marketingtechnisch sterk zijn. Zo’n keuze maak je niet elk jaar. Dus hij moet meteen goed zijn.”

Beide benen op de grond

Wie Dekkers hoort praten, hoort geen luchtkastelenbouwer. “Ik hou van pionieren, maar wel met beide benen op de grond. Deze sector draait om dromen waarmaken — maar de cijfers moeten kloppen. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn, gasten, medewerkers, leveranciers én aandeelhouders. En fouten mogen, maar alleen als je ervan leert. We zitten in een groeimarkt, in een regio die vaak onderschat wordt. Maar dat betekent niet dat je alles vanzelf krijgt. Je moet het verdienen.”

Hij ziet Momentum Leisure dan ook niet als een project voor de korte termijn. “We hebben geen ambitie om een megaconglomeraat te worden met dertig parken in tien landen. Liever een handvol sterke parken die lokaal stevig staan, dan volume om het volume. Ik wil straks terug kunnen kijken en zien dat we gezinnen iets moois hebben geboden waar ze nog lang aan terug denken. Dat is waarom ik dit vak nog steeds het mooiste vak ter wereld vind.”

HARDENBERG – Het kennisprogramma voor de 23e editie van Recreatie Vakbeurs is bekendgemaakt. Dé vakbeurs in de Benelux voor toekomstbestendige recreatiebranche vindt plaats op 11 tot en met 13 november in Evenementenhal Hardenberg. De vakbeurs biedt een uitgebreid aanbod aan kennissessies, workshops en side-events voor professionals uit de recreatiesector.

Het kennisprogramma vindt plaats in het Recreatie College (Hal 9, Loods) en biedt deelnemers praktische tips én strategische inzichten. Experts delen hun kennis over onder meer social media, storytelling en de laatste toeristische trends.

Hoogtepunten uit het kennisprogramma

Keynote: ‘Gast- en medewerkersbeleving in de recreatiesector’ Milo Berlijn neemt ons mee in een inspirerend verhaal over vriendelijkheid, gastvrijheid, verrassen, pro-activiteit en werkplezier. Met veel humor en praktische voorbeelden houdt Milo de aanwezigen een spiegel voor, waardoor herkenning en nieuwe inzichten ontstaan.

Workshop ‘Jouw verhaal als magneet voor de juiste gasten’ Ontdek hoe jouw bedrijfsverhaal meer kan zijn dan een mooie tekst op de website. Johanna Oosterbaan (RecreatieBeleving) laat zien hoe je een strategisch en aantrekkelijk “Over ons”-verhaal opbouwt dat nieuwe gasten aantrekt. Workshop ‘viral gaan met TikTok’ TikTok-expert Demi Hogelucht neemt je mee in de nieuwste trends, technieken en strategieën om TikTok effectief in te zetten. Van creatieve ideeën tot concrete handvatten – geschikt voor zowel beginners als ervaren gebruikers.

Trends in toerisme Ton Vermeulen, hoofdredacteur van NRIT, presenteert de nieuwste inzichten in verblijfstoerisme. Ook geeft hij een exclusieve sneak preview van het jaarlijkse Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd.

Extra inspiratie in het Recreatie Dorp

Naast het kennisprogramma in het Recreatie College worden buiten, bij Hal 7, twee speciale side-events georganiseerd:

Deutschland Live Toekomstvisie op de Duitse recreatiebranche richting 2030 – in samenwerking met NBTC en het Duits Verkeersbureau.

Dagrecreatie Live Inzicht in actuele trends, innovaties en primeurs in dagrecreatie. Ook worden de nominaties voor Go-Kids Leukste Uitje 2026 bekendgemaakt.

“Met het kennisprogramma in het Recreatie College bieden we ondernemers praktische inspiratie én strategische inzichten die ze direct kunnen toepassen in hun bedrijf. Met Deutschland Live en Dagrecreatie Live krijgt elke bezoeker niet alleen nieuwe ideeën mee maar wordt ook een blik gegeven op de toekomst van de recreatiebranche”, vertelt Rozemarijn Spieard, marketeer van Recreatie Vakbeurs.

Praktische informatie en aanmelden

Voor deelname aan Deutschland Live en Dagrecreatie Live is registratie verplicht. Met registratiecode MP1300 ontvang je jouw gratis toegangsbewijs via recreatie-vakbeurs.nl/tickets.

De recreatiesector in Gelderland staat voor een paradox. Terwijl toerisme blijft groeien en de vraag naar kampeerplekken, glamping en nieuwe voorzieningen op de Veluwe stijgt, trekken de stikstofregels sinds 23 april 2025 een harde grens. Het voorbereidingsbesluit dat de provincie nam, verbiedt nieuwe activiteiten binnen 500 meter van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden zodra die ook maar enigszins stikstof uitstoten. Juist daar, op de meest aantrekkelijke locaties waar natuur en recreatie elkaar ontmoeten, liggen veel campings en vakantieparken.

Voor ondernemers betekent dit dat uitbreiden of vernieuwen niet langer vanzelfsprekend is. Nieuwe sanitairgebouwen, extra chalets of zelfs de uitbreiding van een parkeerterrein: vrijwel alles dat bouw- of verkeersbewegingen oplevert, stuit op een direct verbod. En hoewel de maatregel formeel tijdelijk is, anderhalf jaar, voelt die tijd voor exploitanten als een gemiste kans. Toeristische groei vindt nu plaats, en ondernemers willen daarin meebewegen, niet pas wanneer de provincie een definitief zoneringsplan klaar heeft.

De economische realiteit is dat stilstand in deze periode omzet kost. In een tijd waarin de ondernemer ook te maken krijgt met hogere belastingen op overnachtingen, hogere kosten en een krappe arbeidsmarkt. Campings die hun capaciteit niet kunnen vergroten, lopen gasten mis. Ook ondernemers die juist kozen voor verduurzaming ervaren dat hun plannen vertraging oplopen zolang er sprake is van stikstofgevoelige zones en netcongestie. Banken en investeringsfondsen koppelen kredietverlening steeds vaker aan duurzame bedrijfsvoering. Op lange termijn loont dat, maar de terugverdientijd is aanzienlijk en loopt zo op. Het beeld ontstaat dat innovatieve ondernemers die vooruit willen, gevangen raken in meer regels en beperkingen.

Tegelijkertijd biedt de situatie een prikkel om creatief naar exploitatiemogelijkheden te kijken. Verdienmodellen die niet leunen op fysieke uitbreiding, zoals seizoensverlenging, belevingstoerisme of het aantrekken van hogere bestedingen per gast, komen nadrukkelijker in beeld. Sommige ondernemers kiezen voor het versneld investeren in emissievrije concepten, omdat alleen daarmee nieuwe activiteiten nog kans maken om vergund te worden. Het voorbereidingsbesluit sluit de deur niet voor alle groei, maar vraagt om een andere manier van denken. Wie erin slaagt zijn exploitatiemodel zo vorm te geven dat gasten meer besteden zonder uitbreiding, en tegelijk kan laten zien aan financiers dat verduurzaming serieus wordt omarmd, houdt zijn positie vast.

De vraag is of dat voor de hele sector voldoende is. Toerisme op de Veluwe en in Gelderland is een groeimarkt, en wie nu geen ruimte krijgt om daarin te investeren, kan de aansluiting verliezen. Voor recreatieondernemers is dit voorbereidingsbesluit daarom meer dan een tijdelijke belemmering; het is een harde test om te zien wie hun exploitatiemodel weet te heruitvinden in een tijd waarin natuurlijke grenzen steeds scherper worden afgebakend.

Henk-Jan Kruidenier
Team Leisure Taxateurs Nederland

Regelmatig hoor ik het van recreatieondernemers: “Er gebeurt te weinig. We zitten vast.” En eerlijk? Ik snap het helemaal. De politiek draait op halve kracht, vergunningen laten maanden op zich wachten en het energienet kraakt onder de druk van groeiende vraag. Soms voelt het alsof we gevangen zitten in een patstelling.

Maar juist nu is hét moment om zelf het initiatief te nemen. Niet afwachten tot Den Haag in beweging komt, maar zelf vooruitkijken en stappen zetten.

Op dinsdag 4 november is het weer zover: het Countus Recreatiecongres. Voor velen inmiddels een vaste waarde. Een dag vol inspiratie, kennis en verbinding. Want onze sector zit vol creatieve, veerkrachtige ondernemers die samen het verschil kunnen maken – ook als het tegenzit.

Dit jaar ontmoeten we elkaar op een bijzondere locatie: Marveld Recreatie en het gloednieuwe indoorpretpark Bommelwereld in Groenlo. Daar deelt Edwin Bomers zijn ondernemersverhaal – van visie tot uitvoering – en laat zien wat er kan als je durft te investeren en vernieuwen.

Daarnaast inspireert Amara Onwuka, meteoroloog en bekend van RTL Weer en Buienradar, met haar visie op klimaatverandering. Ze laat zien dat dit niet alleen risico’s, maar ook kansen biedt voor onze sector.

Het congres is meer dan luisteren alleen. Je volgt praktische kennissessies over duurzaamheid, subsidieadvies, ruimtelijke wetgeving en de toekomst van energie- en waterbeheer. Concrete tips en inzichten waarmee je jouw recreatiebedrijf toekomstbestendig maakt.

Praten is belangrijk, maar zonder actie komen we niet verder. Ik hoop dat dit congres het zetje geeft dat we nodig hebben. Niet alleen ideeën, maar ook vertrouwen. Niet alleen plannen, maar vooral daadkracht.

De recreatiesector verdient het om serieus genomen te worden. Niet als bijzaak, maar als onmisbare kracht in onze samenleving.

Ben jij klaar voor de toekomst van recreatie? Kom op 4 november naar Groenlo. Laat je inspireren, uitdagen en informeren. De ticketverkoop is gestart — mis het niet!

Ron Koopmeiners
Branchespecialist Recreatie & Horeca
Countus Accountancy & Adviseurs

Aan het strand van Castricum heeft het team van Zoomers een uniek recreatieconcept neergezet: een boutique strandhotel, acht luxe strandhuisjes, een stijlvol strandpaviljoen én een eigen strandwinkel – allemaal letterlijk aan zee. En iets verderop, verscholen tussen het groen, ligt ook nog Zoomers aan het Bos: een kleinschalig hotel in het duingebied. Wat begon als een familiebedrijf is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen onderneming, met een duidelijke visie op gastbeleving, kwaliteit en balans. En dat alles zonder receptie.

“In 2007 namen mijn vrouw en ik het paviljoen over van mijn schoonvader,” vertelt Arthur van den Berg. “Toen die letterlijk de sleutels aan ons gaf, hadden we geen idee dat we uiteindelijk een mini-imperium aan het opbouwen waren.” Toch ging het snel. Een strandwinkeltje werd een hotel, later volgden huisjes en een tweede hotel. “We zijn klein begonnen, maar altijd met het idee: als we iets doen, doen we het goed.”

Boutique hotel met visie

Zoomers aan Zee telt dertien hotelkamers pal aan het strand, met uitzicht op duin of zee. De inrichting is doordacht: natuurlijke materialen, zachte tinten, hoogwaardige afwerking. “We wilden een plek creëren die volledig opgaat in de natuur – het ligt tenslotte in een Natura 2000-gebied – en tegelijkertijd een warme, luxe uitstraling heeft. Geen massa, geen franchisegevoel. Eerder een boutique loft aan de kust.”

Het blijkt een formule die werkt. “We richten ons niet op de ‘dagdeals’ of snelle boekers. Geen kortingsacties, geen race to the bottom. Onze gasten komen voor rust, sfeer en kwaliteit. Het is niet onbetaalbaar, maar ook zeker niet de goedkoopste optie. En dat is een bewuste keuze.”

Die gasten zijn divers, benadrukt hij. “We ontvangen senioren, jonge stellen, gezinnen, zakelijke gasten. De gemene deler? Ze willen aandacht, kwaliteit en een bijzondere locatie.”

Slapen zonder receptie

Een opvallend aspect is dat er geen receptie is – bij geen van de accommodaties. “Dat was vanaf het begin zo ingericht,” vertelt Arthur. “We werken met codes op de deuren. In 2020 – zes weken voor corona – ging het hotel open. En laat dat nou net het soort accommodatie zijn dat wél open mocht blijven.”

De contactloze formule bleek ineens perfect te passen bij de beperkingen van die tijd. Maar het was ook een uitdaging. “In het begin kwam álles op mij af,” lacht hij. “Of iemand de code kwijt was, of de douche niet begreep – midden in de nacht lag de telefoon naast mijn bed.” En dus zocht hij naar een oplossing die gasten wél snel en vriendelijk helpt, zonder dat hijzelf 24/7 stand-by moet staan.

Verlengstuk van het team

Die oplossing vond hij bij DIRECT klantcontact, een externe dienstverlener die op piekmomenten of ’s avonds het klantcontact overneemt. “Ze zijn geen callcenter, maar een echte schakel met de gast. We werken met een script voor veelgestelde vragen. Denk aan codes, check-in info, praktische zaken. En als ze er echt niet uitkomen, bellen ze mij alsnog. Maar dat gebeurt nog maar één of twee keer per maand. Dat is winst.”

Arthur is positief over de samenwerking. “Ze voelen niet extern. Ze zijn gewoon een verlengstuk van ons. De gasten merken geen verschil – het voelt persoonlijk, direct en betrokken.”

Ook de opvolging is goed geregeld. “Ik krijg van elk klantcontact een mailtje. Daarmee houd ik overzicht en kan ik bijsturen. Als een bepaald type vraag vaak terugkomt, weet ik dat we daar iets mee moeten. Bijvoorbeeld een aanpassing op de site of in de bevestigingsmail.”

Geen seizoensbedrijf meer

Met de uitbreiding naar strandhuisjes én het Boshotel is Zoomers nu ook buiten het hoogseizoen sterk gepositioneerd. “Vroeger waren we compleet afhankelijk van het weer. Nu hebben we het hele jaar door bezetting, mede doordat we onze medewerkers flexibel kunnen inzetten tussen de locaties.” Dat is geen overbodige luxe in een krappe arbeidsmarkt. “We willen stabiliteit bieden, ook voor ons personeel. En dat lukt nu veel beter.”

Van bouwtekening tot beleving

Wat Zoomers onderscheidt, is dat alles met de hand en het hart is opgebouwd. “Het eerste strandpaviljoen heb ik zelf gebouwd,” zegt Arthur. “Ik ken elk schroefje.” Maar naarmate het bedrijf groeide, groeide ook het besef dat je niet alles zelf kunt doen. “We hebben nu per locatie een eigen bedrijfsleider, daarboven een general manager, en dan wij. Zo blijven we op strategisch niveau betrokken zonder in de uitvoering gezogen te worden. Dat bewaakt de kwaliteit – en voorkomt dat je als ondernemer opbrandt.”

Bereikbaarheid is ook service

Dat de hotels geen receptie hebben, wil niet zeggen dat de service ontbreekt – integendeel. “Dankzij DIRECT klantcontact kunnen we 24/7 bereikbaar zijn, zonder dat het ten koste gaat van onze energie. Gasten krijgen snel antwoord, voelen zich gehoord. En voor ons is het een filter: simpele vragen worden direct opgelost, alleen écht dringende dingen komen bij ons terecht.”

Van den Berg vat het treffend samen: “Receptieloos betekent niet service-loos. Het betekent: slim georganiseerd, met ruimte voor rust, gastvrijheid en ondernemen.”

DIRECT klantcontact ondersteunt recreatiebedrijven met 24/7 professionele klantenservice op maat. Van gastvragen tot storingsmeldingen, DIRECT klantcontact zorgt dat alles soepel verloopt.

Alles voor de beste gastbeleving.

Kijk voor meer informatie op www.directklantcontact.nl

HARDENBERG – De belangstelling voor Recreatie Vakbeurs 2025, hét toonaangevende vakevenement voor recreatieprofessionals in de Benelux, is groter dan ooit. De beurs, die plaatsvindt op 11, 12 en 13 november in Evenementenhal Hardenberg, groeit dit jaar naar maar liefst negen hallen. Zeven hallen zijn inmiddels volledig volgeboekt; in de overige hallen is nog slechts beperkte ruimte beschikbaar, onder meer binnen de segmenten Tuin & Park en Mobiliteit. Met meer dan 340 verwachte exposanten wordt een nieuw record gevestigd.

“Voor de zomervakantie waren hallen 1 tot en met 5 al volledig gevuld,” zegt Nick Bouwmeester, accountmanager van Recreatie Vakbeurs. “Nieuw dit jaar is hal 8, waar het segment ‘Indoor Innovation Playground’ is toegevoegd. Bezoekers maken hier kennis met de nieuwste innovaties op het gebied van indoor recreatie.”

Horecaleveranciers

Ook het horeca-aanbod krijgt een vernieuwde invulling. In hal 7 verrijst een sfeervolle horecastraat waar het segment ‘Horecaleveranciers’ wordt gepresenteerd, direct grenzend aan de segmenten Tuin & Park, Mobiliteit en Bijzonder Overnachten. Met gerenommeerde namen als VHC ActiFood, Bunzl Foodservice en Unox Netherlands belooft dit een van de smaakmakers van de beurs te worden.

Een bijzonder nieuw onderdeel is het nieuwe programmaonderdeel ‘Chefs’ Gemak’. Hier verzorgt VHC ActiFood live demonstraties waarin gemak en kwaliteit samenkomen in de moderne recreatiehoreca.

Side-events

Op woensdag 12 november organiseert de vakbeurs het side-event ‘Deutschland Live’, met een inspirerend programma voor zowel Duitse als Nederlandse ondernemers. In samenwerking met onder andere NBTC en het Duits Verkeersbureau staat de vraag ‘Hoe ziet de Duitse recreatiebranche eruit in 2030?’ centraal.

Op donderdag 13 november kan er deelgenomen worden aan ‘Dagrecreatie Live’, waar bezoekers worden ondergedompeld in de nieuwste trends en uitdagingen binnen de dagrecreatie. Eén van de hoogtepunten van dit programma is de bekendmaking van de nominaties voor het Go-Kids Leukste Uitje 2026.

Beide side-events vinden plaats in het Recreatie Dorp, gelegen bij hal 7. Aanmelden voor deze side-events kan via de registratieportal, die op 1 september opent. “Recreatie Vakbeurs is hét moment in het jaar voor recreatieprofessionals in de Benelux om inspiratie op te doen voor het komende seizoen. Er zijn nog enkele stands beschikbaar in de segmenten Tuin & Park, Mobiliteit, Bijzonder Overnachten en het Recreatie Dorp,” aldus Bouwmeester.

Praktische informatie en aanmelden

Met registratiecode MP1300 ontvang je jouw gratis toegangsbewijs via recreatie-vakbeurs.nl/tickets. Meer informatie is te vinden op: recreatie-vakbeurs.nl

Recreatie Vakbeurs is dé vakbeurs in de Benelux voor een toekomstbestendige recreatiebranche. De 23e editie vindt plaats op 11, 12 en 13 november 2025 in Evenementenhal Hardenberg. Drie dagen lang staat de beurs volledig in het teken van trends, inspiratie en innovaties.

Marketeer Rozemarijn Spieard licht alvast een tipje van de sluier: “We hebben dit jaar niet alleen nieuwe side-events en een compleet nieuw segment toegevoegd, maar ook wederom een programma samengesteld dat bezoekers informeert, verrast en activeert.”

Nieuw dit jaar

In 2025 introduceert de beurs enkele opvallende primeurs:

  • Indoor Innovation Playground: een gloednieuw segment met innovatieve indoor arcade-oplossingen
  • Deutschland Live: op woensdagmiddag 12 november in het Recreatie Dorp. Dit side-event staat volledig in het teken van de Duitse markt en wordt georganiseerd in samenwerking met o.a. het Duits Verkeersbureau en NBTC.
  • Dagrecreatie Live: donderdagmiddag 13 november in het Recreatie Dorp. Met speciale aandacht voor dagrecreatie en de bekendmaking van de nominaties voor het Go-Kids Leukste Uitje van Nederland 2026.
  • Chefs’ Gemak: in hal 7 laat VHC ActiFood zien hoe slimme oplossingen en inspirerende producten horecaondernemers helpen om moeiteloos smaakvolle gerechten te serveren.

Recreatie Dorp

Na het succes van vorig jaar keert het Recreatie Dorp terug. Op ruim 1.000 m², met een verwarmd restaurant als bruisend middelpunt, presenteren onder meer Mobi House, Eurostretch, Nexhus en WOOWN hun accommodaties in een realistische setting. Dé plek om ideeën op te doen voor nieuwe verblijfsconcepten.

Daarnaast vormt het Recreatie Dorp het podium voor de side-events Deutschland Live (woensdag) en Dagrecreatie Live (donderdag).

Kennis opdoen in het Recreatie College

Kennisdelen en inspiratie staan centraal in het Recreatie College (Hal 9, Loods). Het programma omvat o.a.:

  • Een keynote van Milo Berlijn
  • De workshop ‘Viral gaan met TikTok’
  • ‘Van klacht naar kans’ – hoe je het maximale uit reviews haalt, door Johanna Oosterbaan
  • Sessie door Stichting Accessibility

Bestel je tickets

Registreer je nu voor de beurs. Met registratiecode MP1300 ontvang je jouw gratis toegangsbewijs via recreatie-vakbeurs.nl/tickets. Meer informatie is te vinden op: recreatie-vakbeurs.nl